Provided by: dpkg-dev_1.22.18ubuntu3_all bug

NAAM

       dpkg-source - gereedschap voor het manipuleren van een Debian broncodepakket (.dsc)

OVERZICHT

       dpkg-source [optie...] commando

BESCHRIJVING

       dpkg-source pakt Debian broncodearchieven in en uit.

       Bij geen enkel van deze commando's is het toegelaten om meerdere opties tot één enkele optie te
       combineren of de waarde van een optie via een apart argument op te geven.

COMMANDO'S

       -x, --extract bestandsnaam.dsc [uitvoermap]
           Een broncodepakket extraheren (--extract sinds dpkg 1.17.14). Er moet één argument dat geen optie is,
           opgegeven worden, namelijk de naam van het controlebestand (.dsc) van de Debian broncode. Facultatief
           kan  een  tweede argument dat geen optie is, opgegeven worden om de map op te geven waarin het pakket
           geëxtraheerd moet worden. Die mag nog niet bestaan. Indien geen uitvoermap opgegeven  werd,  zal  het
           broncodepakket uitgepakt worden in een map met als naam broncode-versie, die onder de huidige werkmap
           ligt.

           dpkg-source  zal  uit  het  controlebestand  de  namen  van  de  andere bestanden lezen die samen het
           broncodepakket vormen. Er wordt  van  uitgegaan  dat  ze  zich  in  dezelfde  map  bevinden  als  het
           .dsc-bestand.

           De  permissies  en  het  eigenaarschap  van  de bestanden uit het geëxtraheerde pakket zullen zodanig
           ingesteld worden dat ze beantwoorden aan wat men zou mogen verwachten mochten de bestanden en  mappen
           gewoon aangemaakt zijn - mappen en uitvoerbare bestanden zullen 0777 zijn en gewone bestanden 0666 en
           beide  zullen  aangepast  worden  op basis van het umask van degene die het pakket uitpakt. Indien de
           bovenliggende map setgid is, zullen de geëxtraheerde mappen dat ook zijn en al de bestanden en mappen
           zullen dit groepseigenaarschap overerven.

           Indien het broncodepakket een niet-standaardindeling gebruikt (momenteel betekent dit alle indelingen
           behalve “1.0”), dan zal de naam ervan opgeslagen worden in debian/source/format, zodat standaard deze
           indeling gebruikt wordt bij de volgende malen dat het broncodepakket gebouwd wordt.

       -b, --build map [indelingsspecifieke-parameters]
           Een broncodepakket bouwen (--build sinds dpkg 1.17.14). Het eerste argument dat geen optie is,  wordt
           gebruikt  als de naam van de map die de voor Debian gereedgemaakte broncodeboom bevat (d.w.z. met een
           onderliggende map debian en eventuele veranderingen aan de originele bestanden). Afhankelijk  van  de
           broncodepakketindeling die men gebruikt om het broncodepakket te bouwen, kunnen bijkomende parameters
           opgegeven worden.

           dpkg-source  zal het broncodepakket bouwen volgens de eerste indeling die gevonden wordt in de hierna
           volgende geordende lijst: de indeling opgegeven  met  de  commandoregeloptie  --format,  de  indeling
           aangegeven  in  debian/source/format,  “1.0”.  Het terugvallen op “1.0” word afgeschaft en zal op een
           bepaald moment in de toekomst weggelaten worden. U zou de gewenste  broncode-indeling  steeds  moeten
           documenteren  in  debian/source/format. Zie het onderdeel "INDELINGEN VAN BRONCODEPAKKETTEN" voor een
           uitgebreide beschrijving van de verschillende indelingen voor broncodepakketten.

       --print-format map
           Weergeven welke indeling gebruikt zou worden om  het  broncodepakket  te  bouwen  indien  dpkg-source
           --build map aangeroepen werd (in dezelfde condities en met dezelfde parameters; sinds dpkg 1.15.5).

       --before-build map
           De  overeenkomstige  uitbreiding  (hook) van de broncodepakketindeling uitvoeren (sinds dpkg 1.15.8).
           Deze uitbreiding wordt telkens aangeroepen voor het pakket gebouwd wordt (dpkg-buildpackage roept  ze
           zeer  vroeg  aan,  zelfs  voor  debian/rules  clean).  Dit  commando  is  idempotent en kan meermaals
           aangeroepen worden. Niet alle broncode-indelingen implementeren iets  in  deze  uitbreiding,  en  die
           welke  dat  wel  doen  bereiden  gewoonlijk de broncodeboom voor op het bouwproces, bijvoorbeeld door
           ervoor te zorgen dat de Debian-patches toegepast worden.

       --after-build map
           De overeenkomstige uitbreiding (hook) van de broncodepakketindeling uitvoeren  (sinds  dpkg  1.15.8).
           Deze  uitbreiding wordt telkens aangeroepen nadat het pakket gebouwd werd (dpkg-buildpackage roept ze
           als laatste aan). Dit commando is idempotent en kan meermaals aangeroepen worden. Niet alle broncode-
           indelingen implementeren iets in deze uitbreiding, en die welke dat wel doen gebruiken ze  gewoonlijk
           om ongedaan te maken wat --before-build gedaan heeft.

       --commit [map] ...
           Veranderingen  optekenen  in  de  broncodeboom die in map uitgepakt werd (sinds dpkg 1.16.1). Aan dit
           commando kunnen afhankelijk van de broncode-indeling bijkomende parameters opgegeven worden. Het  zal
           een foutmelding geven bij indelingen waarvoor deze operatie geen betekenis heeft.

       -?, --help
           De  gebruiksaanwijzing  tonen en afsluiten. Met de optie --format kunnen de indelingsspecifieke bouw-
           en extractie-opties getoond worden.

       --version
           De versie tonen en afsluiten.

OPTIES

   Generieke bouwopties
       -ccontrol-bestand
           Duidt aan wat het belangrijkste controlebestand van de broncode is waaruit  informatie  gelezen  moet
           worden.  Standaard  is  dat debian/control. Indien het opgegeven wordt met een relatieve padnaam, dan
           wordt die geïnterpreteerd te beginnen bij de basismap van de broncodeboom.

       -lchangelog-bestand
           Duidt  het  changelog-bestand  aan  waaruit  informatie  gelezen  moet  worden.  Standaard   is   dat
           debian/changelog. Indien het opgegeven wordt met een relatieve padnaam, dan wordt die geïnterpreteerd
           te beginnen bij de basismap van de broncodeboom.

       -Fchangelog-indeling
           Geeft  de  indeling  van  het  bestand changelog aan. Zie dpkg-parsechangelog(1) voor informatie over
           alternatieve indelingen.

       --format=waarde
           De opgegeven indeling gebruiken om het broncodepakket te bouwen (sinds dpkg  1.14.17).  Het  vervangt
           een eventuele in debian/source/format opgegeven indeling.

       -Vnaam=waarde
           Een   uitvoersubstitutievariabele   instellen.   Zie   deb-substvars(5)   voor   een  bespreking  van
           uitvoersubstitutie.

       -Tsubstvars-bestand
           Substitutievariabelen lezen uit substvars-bestand. De standaard is om geen enkel  bestand  te  lezen.
           Deze  optie  kan  meermaals  gebruikt  worden om uit verschillende bestanden substitutievariabelen te
           lezen (sinds dpkg 1.15.6).

       -Dveld=waarde
           Een uitvoerveld uit het control-bestand overschrijven of toevoegen.

       -Uveld
           Een uitvoerveld uit het control-bestand verwijderen.

       -Zcompressie, --compression=compressie
           Het compressieniveau aanduiden dat gebruikt wordt bij het maken van tar-archieven  en  diff-bestanden
           (--compression  sinds  dpkg  1.15.5). Merk op dat deze optie niet tot effect heeft dat bestaande tar-
           archieven opnieuw gecomprimeerd worden. Ze heeft enkel  invloed  op  nieuwe  bestanden.  Ondersteunde
           waarden  zijn:  gzip,  bzip2,  lzma en xz. De standaardwaarde is xz voor de indeling 2.0 en recentere
           indelingen en gzip voor de indeling 1.0. xz wordt enkel sinds dpkg 1.15.5 ondersteund.

       -zniveau, --compression-level=niveau
           Het te gebruiken compressieniveau (--compression-level sinds dpkg 1.15.5). Zoals dit het geval is bij
           -Z, beïnvloedt dit enkel nieuw aangemaakte bestanden. Ondersteunde waarden zijn: 1 tot  9,  best,  en
           fast. De standaardwaarde is 9 voor gzip en bzip2, 6 voor xz en lzma.

       -i[regex], --diff-ignore[=regex]
           U  kunt een perl reguliere expressie opgeven om bestanden die ermee overeenkomen weg te houden uit de
           lijst bestanden waarover de gemaakte diff (overzicht van ondergane wijzigingen)  gaat  (--diff-ignore
           sinds  dpkg  1.15.6).  (Deze lijst wordt gegenereerd door een find-opdracht.) (Als het broncodepakket
           gebouwd wordt als een versie 3 broncodepakket dat gebruik maakt van een VCS (Version Control System -
           versiebeheersysteem), kan dit gebruikt worden om niet-toegepaste wijzigingen aan specifieke bestanden
           te laten negeren. Door -i.* te gebruiken zullen ze allemaal genegeerd worden.)

           De optie -i zelf schakelt deze instelling in met een standaard reguliere expressie  (met  behoud  van
           eventuele  wijzigingen  aan  de  standaard  reguliere expressie onder invloed van een eerder gebruikt
           --extend-diff-ignore) die zorgt voor het uitfilteren van controlebestanden en -mappen  van  de  meest
           courante  versiebeheersystemen,  van back-upbestanden en wisselbestanden en van bouwuitvoermappen van
           Libtool. Er kan slechts één reguliere expressie actief zijn. Van  meerdere  -i-opties  zal  enkel  de
           laatste uitwerking hebben.

           Dit  is erg bruikbaar voor het wegknippen van vreemde bestanden die mee opgenomen geraken in de diff,
           bijvoorbeeld als u de broncode onderhoudt in een versiebeheersysteem en een werkkopie (checkout) wilt
           gebruiken om een broncodepakket te bouwen, zonder dat daarin ook de extra bestanden en mappen die  ze
           meestal  bevat  (bijvoorbeeld  CVS/, .cvsignore, .svn/), mee opgenomen worden. De standaard reguliere
           expressie is reeds zeer exhaustief, maar indien u ze moet vervangen, moet u ermee rekening houden dat
           ze standaard een overeenkomst kan opleveren  met  elk  onderdeel  van  een  pad.  Indien  u  dus  een
           overeenkomst  zoekt  met  het begin van een bestandsnaam of enkel met volledige bestandsnamen, zult u
           zelf de nodige ankers (bijvoorbeeld ‘(^|/)’, ‘($|/)’) moeten opgeven.

       --extend-diff-ignore=regex
           De opgegeven perl reguliere expressie breidt  de  standaardwaarde  die  door  --diff-ignore  gebruikt
           wordt,  uit  en de huidige waarde ervan als die ingesteld werd (sinds dpkg 1.15.6). Het doet dit door
           “|regex” samen te voegen  met  de  bestaande  waarde.  Deze  optie  is  handig  om  te  gebruiken  in
           debian/source/options  om  bepaalde  automatisch  gegenereerde  bestanden  uit  te  sluiten  bij  het
           automatisch genereren van patches.

       -I[bestandspatroon], --tar-ignore[=bestandspatroon]
           Indien deze optie opgegeven werd, wordt het patroon doorgegeven aan de  optie  --exclude  van  tar(1)
           wanneer  dit  commando  ingeroepen  wordt om een bestand .orig.tar of .tar aan te maken (--tar-ignore
           sinds dpkg 1.15.6). Bijvoorbeeld, -ICVS zal tar CVS-mappen doen overslaan bij het genereren  van  een
           .tar.gz-bestand. Deze optie kan meermaals herhaald worden om meerdere patronen die uitgesloten moeten
           worden op te sommen.

           -I zelf voegt standaard --exclude-opties toe die zorgen voor het uitfilteren van controlebestanden en
           -mappen  van  de  meest courante versiebeheersystemen, van back-upbestanden en wisselbestanden en van
           bouwuitvoermappen van Libtool.

       Opmerking: hoewel zij vergelijkbare bedoelingen hebben, hebben -i en -I een heel  verschillende  syntaxis
       en  semantiek.  -i  kan  slechts  eenmaal  opgegeven worden en verwacht een reguliere expressie die perl-
       compatibel is en die vergeleken wordt met het volledige relatieve pad van elk bestand. -I  kan  meermaals
       opgegeven  worden  en verwacht een bestandsnaampatroon met shell-jokertekens. Het patroon wordt toegepast
       op het volledige relatieve pad maar ook op elk individueel onderdeel van het pad. De exacte semantiek van
       de  optie  --exclude  van  tar  is  enigszins  gecompliceerd.  Zie  voor   een   volledige   documentatie
       <https://www.gnu.org/software/tar/manual/tar.html#wildcards>.

       De  standaard  reguliere  expressies  en  patronen  voor  beide opties zijn te zien in de uitvoer van het
       commando --help.

   Generieke extractieopties
       --no-copy
           De originele tar-archieven bij het geëxtraheerde broncodepakket niet kopiëren (sinds dpkg 1.14.17).

       --no-check
           Voor het uitpakken geen ondertekeningen en controlegetallen controleren (sinds dpkg 1.14.17).

       --no-overwrite-dir
           De extractiemap niet overschrijven als ze al bestaat (sinds dpkg 1.18.8).

       --require-valid-signature
           Weigeren het  broncodepakket  uit  te  pakken  als  het  geen  OpenPGP-ondertekening  bevat  die  kan
           gecontroleerd  worden  (sinds  dpkg 1.15.0) met ofwel de trustedkeys.gpg-sleutelbos van de gebruiker,
           één van de leveranciersspecifieke sleutelbossen of met één van de officiële sleutelbossen van  Debian
           (/usr/share/keyrings/debian-keyring.gpg,          /usr/share/keyrings/debian-nonupload.gpg         en
           /usr/share/keyrings/debian-maintainers.gpg).

       --require-strong-checksums
           Weigeren het broncodepakket uit te pakken als het geen krachtige controlegetallen bevat  (sinds  dpkg
           1.18.7). Momenteel is SHA-256 het enige gekende controlegetal dat als krachtig aanzien wordt.

       --ignore-bad-version
           Als  bij  een  controle  het  versienummer  van het broncodepakket foutief blijkt te zijn, maakt deze
           instelling dat de gegeven waarschuwing geen fataal karakter heeft (sinds dpkg 1.17.7). Deze optie zou
           enkel nodig moeten zijn bij het extraheren van oude  broncodepakketten  met  een  defecte  versie  om
           neerwaartse compatibiliteit te verzekeren.

   Generieke algemene opties
       --threads-max=threads
           Stelt  het  maximum aantal threads in dat is toegestaan voor compressors die multi-threaded operaties
           ondersteunen (sinds dpkg 1.21.14).

       -q  Stelt de stille modus in om waarschuwingen te onderdrukken.

INDELINGEN VAN BRONCODEPAKKETTEN

       Indien u niet weet welke indeling te kiezen voor de broncode, zou u wellicht ofwel “3.0 (quilt)” of  “3.0
       (native)”  moeten  kiezen.  Zie  <https://wiki.debian.org/Projects/DebSrc3.0> voor informatie over het in
       gebruik nemen van deze indelingen binnen Debian.

   Indeling: 1.0
       Een broncodepakket volgens deze indeling bestaat ofwel uit een .orig.tar.gz gekoppeld aan een .diff.gz of
       één enkele .tar.gz (in dat geval wordt van het pakket gezegd dat het native (eigen -  van  oorsprong  van
       Debian)  is).  Optioneel  mag  bij  het  originele  tar-archief  een  afzonderlijke  handtekening  van de
       toeleveraar .orig.tar.gz.asc gevoegd zijn. De extractie ervan wordt ondersteund sinds dpkg 1.18.5.

       Extracting

       Een Debian-eigen (native) pakket extraheren is een eenvoudige extractie van het enige tar-archief  in  de
       doelmap.  Een niet-eigen pakket extraheren bestaat erin eerst het .orig.tar.gz uit te pakken en er dan de
       patch uit het bestand .diff.gz op toe te passen. Voor alle bestanden waarop  een  patch  toegepast  werd,
       wordt  de  tijdsaanduiding teruggezet op het tijdstip van extraheren van het broncodepakket (dit vermijdt
       scheeftrekkingen van de tijdsaanduiding wat tot problemen kan  leiden  wanneer  automatisch  gegenereerde
       bestanden gepatcht worden). Het diff-bestand kan nieuwe bestanden aanmaken (de volledige debian-map wordt
       op  die  manier  aangemaakt),  maar kan geen bestanden verwijderen (lege bestanden blijven achter) en kan
       geen symbolische koppelingen creëren of wijzigen.

       Bouwen

       Een Debian-eigen (native) pakket bouwen is gewoon een enkel tar-archief maken met daarin de  broncodemap.
       Een  niet-eigen  pakket bouwen bestaat uit het extraheren van het originele tar-archief in een aparte map
       “.orig” en het opnieuw aanmaken  van  het  bestand  .diff.gz  door  de  map  van  het  broncodepakket  te
       vergelijken met de .orig-map.

       Bouwopties (met --build):

       Indien  een  tweede  argument  opgegeven  wordt  dat  geen  optie  is,  moet het de naam van de originele
       broncodemap zijn of van het tar-archief of een lege tekenreeks als het pakket Debian-specifiek is en  dus
       geen  diffs  bevat in verband met de debianisering. Indien geen tweede argument opgegeven werd, zal dpkg-
       source zoeken naar het tar-bestand met de  originele  broncode  pakket_toeleveraarsversie.orig.tar.gz  of
       naar de map met de originele broncode map.orig, afhankelijk van de argumenten -sX.

       -sa,  -sp,  -sk,  -su en -sr zullen geen bestaande tar-bestanden of -mappen overschrijven. Indien dat wel
       gewenst wordt, dan moeten in de plaats daarvan -sA, -sP, -sK, -sU en -sR gebruikt worden.

       -sk Geeft aan dat verwacht mag worden dat de originele broncode  in  de  vorm  van  een  tar-bestand  kan
           aangetroffen  worden,  wat  standaard  pakket_toeleveraarsversie.orig.tar.extensie  is.  Het zal deze
           originele broncode als een tar-bestand laten staan of ze naar de huidige map  kopiëren  als  ze  zich
           daar  nog niet bevindt. Het tar-archief zal uitgepakt worden in map.orig met het oog op het genereren
           van het diff-bestand.

       -sp Zoals -sk maar dit zal naderhand de map weer verwijderen.

       -su Geeft aan dat verwacht mag worden dat de originele broncode in de vorm van een map  kan  aangetroffen
           worden,  wat standaard pakket-toeleveraarsversie.orig is, en dpkg-source zal er een nieuw archief met
           de originele broncode mee maken.

       -sr Zoals -su, maar het zal die map na gebruik verwijderen.

       -ss Geeft aan dat de originele broncode zowel als een map als in de vorm van een  tar-bestand  te  vinden
           is.  dpkg-source  zal  de  map  gebruiken om het diff-bestand te creëren, maar het tar-bestand om het
           .dsc-bestand te maken. Gebruik deze  optie  met  zorg  -  indien  de  map  en  het  tar-bestand  niet
           overeenkomen zal er een slecht broncodearchief gegenereerd worden.

       -sn Geeft  aan  dat  er  niet naar een originele broncode gezocht moet worden en dat er geen diff-bestand
           aangemaakt moet worden. Als er een tweede argument opgegeven wordt, moet het de lege tekenreeks zijn.
           Dit wordt gebruikt voor  Debian-specifieke  pakketten  die  geen  afzonderlijke  toeleveraarsbroncode
           hebben en om die reden ook geen debianiserings-diffs.

       -sa of -sA
           Geeft  aan  dat  naar de originele broncode gezocht moet worden in de vorm van een tar-bestand of een
           map. Als er een tweede argument opgegeven wordt, mag dat een van die twee zijn of een lege tekenreeks
           (dit is het equivalent voor het gebruik van -sn). Indien er een tar-bestand gevonden wordt,  zal  het
           dat  uitpakken om het diff-bestand aan te maken en het daarna verwijderen (dit is het equivalent voor
           -sp). Indien een map aangetroffen wordt, zal het die inpakken om de originele broncode te creëren  en
           ze vervolgens verwijderen (dit is het equivalent voor -sr). Indien geen van beide gevonden wordt, zal
           het aannemen dat het pakket geen debianiserings-diffs heeft, maar enkel een eenvoudig broncodearchief
           (dit  is  het  equivalent  voor  -sn).  Indien  beide aangetroffen worden, dan zal dpkg-source de map
           negeren, en ze overschrijven als -sA  opgegeven  werd  (dit  is  het  equivalent  voor  -sP)  of  een
           foutmelding geven als -sa opgegeven werd. -sa is de standaard.

       --abort-on-upstream-changes
           Het   proces   mislukt  als  het  gegenereerde  diff-bestand  wijzigingen  aan  bestanden  buiten  de
           onderliggende debian-map bevat (sinds dpkg 1.15.8). Deze  optie  is  in   debian/source/options  niet
           toegestaan, maar ze kan wel gebruikt worden in debian/source/local-options.

       Extractieopties (met --extract):

       In alle gevallen zal een eventuele bestaande originele broncodeboom verwijderd worden.

       -sp Als dit bij het extraheren gebruikt wordt, dan zal het de (eventuele) originele broncode in zijn vorm
           van  tar-bestand  laten.  Indien  dit  zich nog niet in de huidige map bevindt, of indien er zich een
           bestaand maar verschillend bestand  bevindt,  zal  het  naar  daar  gekopieerd  worden.  (Dit  is  de
           standaard).

       -su Pakt de originele broncodeboom uit.

       -sn Zorgt  ervoor  dat  de  originele  broncode  noch naar de huidige map gekopieerd wordt noch uitgepakt
           wordt. Een eventuele originele broncodeboom die zich in de  huidige  map  bevond,  wordt  nog  steeds
           verwijderd.

       Al  de  -sX-opties  sluiten  elkaar  wederzijds  uit.  Indien u er meer dan één opgeeft, dan zal enkel de
       laatste gebruikt worden.

       --skip-debianization
           Slaat het toepassen van de debian diff bovenop de  broncode  van  de  toeleveraar  over  (sinds  dpkg
           1.15.1).

   Indeling: 2.0
       Extraheren  wordt  sinds  dpkg 1.13.9 ondersteund, bouwen sinds dpkg 1.14.8. Ook gekend als wig&pen. Deze
       indeling wordt niet aangeraden voor massaal gebruik, de indeling “3.0 (quilt)” vervangt ze.  Wig&pen  was
       de eerste specificatie van een broncodepakketindeling van de nieuwe generatie.

       Het gedrag van deze indeling is hetzelfde als bij de indeling “3.0 (quilt)”, behalve dat het geen gebruik
       maakt  van  een  expliciete  lijst van patches. Alle bestanden in debian/patches/ die beantwoorden aan de
       reguliere expressie [\w-]+ moeten  geldige  patches  zijn:  zij  worden  op  het  moment  van  extraheren
       toegepast.

       Bij  het  bouwen  van  een  nieuw  broncodepakket  worden  eventuele  wijzigingen  aan de broncode van de
       toeleveraar opgeslagen in een patch met als naam zz_debian-diff-auto.

   Indeling: 3.0 (native) (d.w.z. debian-eigen)
       Wordt ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Deze indeling is een  uitbreiding  van  de  native  pakketindeling,
       zoals  gedefinieerd  in  de  indeling  1.0.  Ze  ondersteunt alle compressiemethodes en negeert standaard
       eventuele  VCS-specifieke  bestanden  en  mappen  (bestanden  en  mappen  die  verband  houden  met   het
       versiebeheersysteem)  evenals  vele  tijdelijke  bestanden  (zie  de  uitvoer van de optie --help voor de
       standaardwaarde van de optie -I).

   Indeling: 3.0 (quilt)
       Wordt ondersteund sinds dpkg 1.14.17.  Een  broncodepakket  volgens  deze  indeling  bevat  minstens  een
       origineel  tar-archief (.orig.tar.ext waarbij ext gz, bz2, lzma en xz kan zijn) en een debian tar-archief
       (.debian.tar.ext). Het kan ook bijkomende  originele  tar-archieven  bevatten  (.orig-component.tar.ext).
       component  mag enkel alfanumerieke tekens (‘a-zA-Z0-9’) en koppeltekens (‘-’) bevatten. Optioneel mag bij
       elk origineel tar-archief  een  afzonderlijke  handtekening  van  de  toeleveraar  (.orig.tar.ext.asc  en
       .orig-component.tar.ext.asc),  gevoegd worden. De extractie ervan wordt ondersteund sinds dpkg 1.17.20 en
       het bouwen sinds dpkg 1.18.5.

       Extracting

       Eerst wordt het belangrijkste originele tar-archief uitgepakt en nadien worden alle bijkomende  originele
       tar-archieven  uitgepakt  in  onderliggende mappen die genoemd worden naar het component-gedeelte van hun
       bestandsnaam (een eventuele reeds bestaande map wordt vervangen). Het debian tar-archief wordt bovenop de
       broncodemap geëxtraheerd nadat eerst een eventuele reeds bestaande debian-map verwijderd  werd.  Merk  op
       dat het debian tar-archief een onderliggende map debian moet bevatten, maar dat het ook binaire bestanden
       kan bevatten buiten die map (zie de optie --include-binaries).

       Vervolgens  worden  alle  patches  toegepast  die  vermeld  zijn  in debian/patches/leverancier.series of
       debian/patches/series, waarbij leverancier de naam is in kleine letters van de  huidige  leverancier,  of
       debian als geen leverancier gedefinieerd is. Indien het eerste bestand gebruikt wordt en het laatste niet
       bestaat  (of  een  symbolische  koppeling  is), dan zal het laatste vervangen worden door een symbolische
       koppeling naar het eerste. Dit is bedoeld om het gebruik van quilt bij het  beheer  van  het  geheel  van
       patches  te  vereenvoudigen. Leveranciersspecifieke series-bestanden hebben tot doel het serialiseren van
       meerdere leveranciersgebonden ontwikkelingstakken op een  declaratieve  manier  mogelijk  te  maken,  wat
       verkieslijker  is boven een open codering van deze aanpak in debian/rules. Dit is in het bijzonder nuttig
       wanneer de broncode voorwaardelijk gepatched moet worden omdat de  betrokken  bestanden  geen  ingebouwde
       ondersteuning  hebben  voor  conditionele  occlusie.  Merk nochtans op dat hoewel dpkg-source op correcte
       wijze de ontleding uitvoert van series-bestanden met expliciete  opties  die  gebruikt  worden  voor  het
       toepassen  van patches (op elke regel opgeslagen na de bestandsnaam van de patch en één of meer spaties),
       het deze opties negeert en steeds patches verwacht die kunnen toegepast  worden  met  de  optie  -p1  van
       patch.  Het  zal  dus  een  waarschuwing  geven  als  het  dergelijke  opties tegenkomt en het bouwen zal
       waarschijnlijk mislukken.

       Opmerking: indien  leveranciers-series-bestanden  gebruikt  worden,  geeft  lintian(1)  onvoorwaardelijke
       waarschuwingen  als  gevolg  van een controversieel Debian-specifiek besluit. Extern gebruik zou hierdoor
       niet getroffen mogen worden. Om dergelijke waarschuwingen het zwijgen op  te  leggen  kunt  u  het  dpkg-
       profiel van lintian gebruiken door aan lintian(1) de optie «--profile dpkg» mee te geven.

       Voor  alle bestanden waarop een patch toegepast werd, wordt de tijdsaanduiding teruggezet op het tijdstip
       van extraheren van het broncodepakket (dit vermijdt scheeftrekkingen van de tijdsaanduiding  hetgeen  tot
       problemen kan leiden wanneer automatisch gegenereerde bestanden gepatcht worden).

       In  tegenstelling  tot  het  standaardgedrag  van quilt wordt verwacht dat patches zonder gedoe toegepast
       kunnen worden. Indien dat niet het geval is, zou u de patches moeten  verversen  met  quilt,  anders  zal
       dpkg-source met een foutmelding afbreken terwijl het probeert ze toe te passen.

       Analoog aan het standaardgedrag van quilt kunnen patches ook bestanden verwijderen.

       Als tijdens het extraheren patches werden toegepast, wordt het bestand .pc/applied-patches aangemaakt.

       Bouwen

       Alle originele tar-archieven die in de huidige map gevonden worden, worden geëxtraheerd in een tijdelijke
       map  en  daarbij  wordt  dezelfde  logica  gevolgd  als  bij  het  uitpakken. De debian-map wordt naar de
       tijdelijke  map  gekopieerd  en  alle  patches  worden   toegepast,   behalve   de   automatische   patch
       (debian-changes-versie of debian-changes, afhankelijk van --single-debian-patch). De tijdelijke map wordt
       vergeleken  met  de  map  van  het broncodepakket. Indien de diff niet leeg is, zal het bouwen mislukken,
       tenzij --single-debian-patch of --auto-commit gebruikt werden en in dat geval wordt de diff opgeslagen in
       de automatische patch. Indien de automatische patch aangemaakt/verwijderd  wordt,  wordt  hij  toegevoegd
       aan/verwijderd van het bestand series en van de metadata van quilt.

       Een eventuele wijziging aan een binair bestand kan niet weergegeven worden in een diff en zal dus tot een
       mislukking  leiden, tenzij de beheerder bewust besloot dat gewijzigd binair bestand toe te voegen aan het
       Debian tar-archief (door het  op  te  sommen  in  debian/source/include-binaries).  Het  bouwen  zal  ook
       mislukken  als  er  binaire  bestanden  aangetroffen  worden  in  de onderliggende map debian, tenzij dit
       toegestaan werd via debian/source/include-binaries.

       De bijgewerkte map debian en de lijst van gewijzigde binaire bestanden wordt dan gebruikt om  het  Debian
       tar-archief te genereren.

       De  automatisch  gegenereerde  diff bevat geen wijzigingen aan VCS-specifieke bestanden (d.w.z. bestanden
       eigen aan het versiebeheersysteem) en aan veel tijdelijke bestanden (kijk in de uitvoer van  --help  voor
       de  standaardwaarde  die  met de optie -i) verbonden is. In het bijzonder wordt de map .pc die door quilt
       gebruikt wordt, genegeerd tijdens het genereren van de automatische patch.

       Opmerking: dpkg-source --before-build (en --build) zal ervoor zorgen dat alle patches die in het  bestand
       series opgesomd zijn, toegepast worden, zodat bij het bouwen van een pakket steeds alle patches toegepast
       zijn.  Het doet dit door te zoeken naar niet-toegepaste patches (ze worden opgesomd in het bestand series
       maar niet in .pc/applied-patches) en indien de eerste patch uit die reeks foutloos toegepast kan  worden,
       zal  het  ze  allemaal  toepassen.  De  optie  --no-preparation  kan gebruikt worden om dit gedrag uit te
       schakelen.

       Wijzigingen optekenen

       --commit [map] [patchnaam] [patchbestand]
           Genereert een patch in verband met de lokale wijzigingen die niet door  het  patchsysteem  van  quilt
           beheerd  worden  en  integreert  die  in  het  patchsysteem  onder  de naam patchnaam. Indien de naam
           ontbreekt, zal er interactief om gevraagd worden.  Indien  patchbestand  opgegeven  werd,  wordt  dat
           gebruikt  als de te integreren patch in verband met de lokale wijzigingen. Na de integratie wordt een
           editor (de eerste die gevonden wordt uit de lijst sensible-editor, $VISUAL, $EDITOR,  vi)  opgestart,
           zodat u de meta-informatie in de koptekst van de patch kunt bewerken.

           Een  patchbestand  opgeven  is  vooral  nuttig  na  een  mislukte  bouwpoging  die dat bestand vooraf
           aanmaakte. Op grond daarvan  wordt  dat  bestand  na  integratie  verwijderd.  Merk  ook  op  dat  de
           wijzigingen  die  het patch-bestand bevat, reeds toegepast moeten zijn op de boom en dat de bestanden
           die door de patch aangepast werden geen bijkomende niet-opgetekende wijzigingen mogen bevatten.

           Indien het genereren van de patch  gewijzigde  binaire  bestanden  opmerkt,  zullen  die  automatisch
           toegevoegd  worden  aan  debian/source/include-binaries,  zodat  die terecht komen in het debian tar-
           archief (exact op dezelfde manier als dpkg-source --include-binaries --build zou doen).

       Bouwopties

       --allow-version-of-quilt-db=versie
           dpkg-source toelaten het broncodepakket te bouwen  als  de  versie  van  de  metadata  van  quilt  de
           opgegeven versie is, zelfs al kent dpkg-source die niet (sinds dpkg 1.15.5.4). Dit zegt effectief dat
           de  opgegeven  versie van de quilt-metadata compatibel is met versie 2 die momenteel door dpkg-source
           ondersteund wordt. De versie van de metadata van quilt wordt opgeslagen in .pc/.version.

       --include-removal
           Verwijderde bestanden niet negeren en ze opnemen in de automatisch gegenereerde patch.

       --include-timestamp
           De tijdsaanduiding toevoegen in de automatisch gegenereerde patch.

       --include-binaries
           Alle gewijzigde binaire  bestanden  toevoegen  aan  het  debian  tar-archief.  Ze  ook  toevoegen  in
           debian/source/include-binaries:  in  erop  volgende  bouwactiviteiten  zullen ze standaard toegevoegd
           worden en is deze optie dus niet meer nodig.

       --no-preparation
           Niet proberen de bouwboom voor te bereiden door patches toe te passen die  blijkbaar  niet  toegepast
           zijn (sinds dpkg 1.14.18).

       --single-debian-patch
           debian/patches/debian-changes  gebruiken  in  plaats van debian/patches/debian-changes-versie voor de
           naam van de tijdens het bouwen automatisch gegenereerde patch (sinds dpkg 1.15.5.4). Deze optie is in
           het bijzonder nuttig als het pakket wordt onderhouden in een VCS (versiebeheersysteem) en  een  reeks
           patches  niet  op een betrouwbare manier gegenereerd kan worden. De huidige verschillen (de diff) met
           de toeleveraarsversie moeten dan eerder in een enkele  patch  opgeslagen  worden.  Deze  optie  wordt
           geplaatst     in     debian/source/local-options     en     gaat     samen     met     een    bestand
           debian/source/local-patch-header waarin uitgelegd wordt hoe de door Debian  aangebrachte  wijzigingen
           best herzien kunnen worden, bijvoorbeeld in het versiebeheersysteem dat gebruikt wordt.

       --create-empty-orig
           Automatisch  een  leeg  primair  origineel tar-archief creëren als dat ontbreekt en er wel bijkomende
           originele tar-archieven zijn (sinds dpkg 1.15.6). Deze optie is bedoeld om gebruikt te worden als het
           broncodepakket slechts een bundel is van samengestelde toegeleverde software  zonder  een  “centraal”
           programma.

       --no-unapply-patches, --unapply-patches
           Standaard zal dpkg-source de patches uit de uitbreiding (hook) --after-build automatisch terugdraaien
           als   het   die   tijdens  --before-build  heeft  toegepast  (--unapply-patches  sinds  dpkg  1.15.8,
           --no-unapply-patches sinds dpkg 1.16.5). Deze opties laten  u  toe  om  het  proces  van  automatisch
           terugdraaien  van  patches  uitdrukkelijk  in  of  uit  te  schakelen.  Deze  opties  mogen  enkel in
           debian/source/local-options gebruikt worden,  zodat  alle  gegenereerde  broncodepakketten  standaard
           hetzelfde gedrag vertonen.

       --abort-on-upstream-changes
           Het  proces  mislukt  als een automatische patch gegenereerd werd (sinds dpkg 1.15.8). Deze optie kan
           gebruikt worden om te  verzekeren  dat  alle  wijzigingen  terdege  geregistreerd  worden  in  aparte
           quilt-patches  vooraleer  het  broncodepakket  gegenereerd  wordt.  Deze  optie is niet toegestaan in
           debian/source/options, maar mag gebruikt worden in debian/source/local-options.

       --auto-commit
           Het proces mislukt niet als een automatische patch gegenereerd werd. In de plaats daarvan  wordt  hij
           onmiddellijk opgetekend in het bestand series van quilt.

       Extractieopties

       --skip-debianization
           Slaat  het  extraheren  van het debian tar-archief bovenop de broncode van de toeleveraar over (sinds
           dpkg 1.15.1).

       --skip-patches
           Op het einde van de extractie geen patches toepassen (sinds dpkg 1.14.18).

   Indeling: 3.0 (custom) (d.w.z. aangepast)
       Ondersteund  sinds  dpkg  1.14.17.  Deze  indeling  is  bijzonder.  Ze   stelt   eigenlijk   geen   echte
       broncodepakketindeling  voor,  maar  kan gebruikt worden om broncodepakketten met arbitraire bestanden te
       maken.

       Bouwopties

       Alle argumenten die geen opties zijn, worden geïnterpreteerd als bestanden die geïntegreerd moeten worden
       in het gegenereerde broncodepakket. Ze moeten bestaan en zich bij voorkeur in de  huidige  map  bevinden.
       Tenminste één bestand moet opgegeven worden.

       --target-format=waarde
           Verplicht.  Definieert  de  echte  indeling  van  het  gegenereerde  broncodepakket. Het gegenereerde
           .dsc-bestand zal in het veld Format deze waarde bevatten en niet “3.0 (custom)”.

   Indeling: 3.0 (git)
       Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Dit is een experimentele indeling.

       Een broncodepakket volgens deze indeling bestaat uit een eenvoudige bundeling van een git-depot .git  die
       de broncode van het pakket bevat. Er kan ook een bestand .gitshallow bestaan die de revisies vermeldt van
       een git shallow clone (een summiere kloon van een git-depot).

       Extracting

       De  bundel  wordt  gekloond in de doelmap als een git-depot. Als er een bestand gitshallow bestaat, wordt
       het als .git/shallow geïnstalleerd binnenin het gekloonde git-depot.

       Merk op dat standaard het nieuwe depot dezelfde tak zal binnengehaald hebben die binnengehaald was in  de
       originele  broncode.  (Meestal is dat “main”, maar dat kan om het even wat zijn). Eventuele andere takken
       zullen beschikbaar zijn onder remotes/origin/.

       Bouwen

       Vooraleer voort te gaan, worden een aantal controles uitgevoerd om  zeker  te  zijn  dat  er  geen  niet-
       vastgelegde wijzigingen zijn die niet mogen genegeerd worden.

       git-bundle(1)  wordt  gebruikt om een bundel te genereren van het git-depot. Standaard worden alle takken
       en tags uit het depot in de bundel opgenomen.

       Bouwopties

       --git-ref=ref
           Laat toe om een git-referentie op te geven die in de git-bundel opgenomen moet worden.  Daar  gebruik
           van maken schakelt het standaardgedrag om alle takken en tags op te nemen, uit. Kan meermaals vermeld
           worden.  De referentie kan de naam van een tak of een tag zijn die opgenomen moet worden. Het kan ook
           een  parameter  zijn  die  doorgegeven  kan  worden   aan   git-rev-list(1).   Gebruik   bijvoorbeeld
           --git-ref=main  om  enkel de hoofdtak op te nemen. Om alle takken en tags, behalve de tak persoonlijk
           op te nemen, gebruikt u --git-ref=--all --git-ref=^persoonlijk

       --git-depth=aantal
           Creëert een summiere (shallow) kloon met een geschiedenis die afgekapt werd bij het opgegeven  aantal
           revisies.

   Indeling: 3.0 (bzr)
       Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Dit is een experimentele indeling. Ze genereert één enkel tar-archief met
       daarin het bzr-depot.

       Extracting

       Het  tar-archief  wordt  uitgepakt  en  daarna  wordt bzr gebruikt om een werkkopie van de huidige tak te
       maken.

       Bouwen

       Vooraleer voort te gaan, worden een aantal controles uitgevoerd om  zeker  te  zijn  dat  er  geen  niet-
       vastgelegde wijzigingen zijn die niet mogen genegeerd worden.

       Daarna  wordt  het  versiebeheerspecifieke  deel  van  de broncodemap gekopieerd naar een tijdelijke map.
       Vooraleer deze tijdelijke map  in  een  tar-archief  ingepakt  wordt,  worden  verschillende  opruimtaken
       verricht om plaats te winnen.

DIAGNOSTIEK

   geen broncode-indeling opgegeven in debian/source/format
       Het  bestand  debian/source/format moet altijd bestaan en de gewenste broncode-indeling aangeven. Met het
       oog op neerwaartse compatibiliteit wordt indeling “1.0” verondersteld als het bestand niet bestaat,  maar
       u zou hierop niet moeten betrouwen: ergens in de toekomst zal dpkg-source aangepast worden, zodat het zal
       mislukken als het bestand niet bestaat.

       De  verantwoording  is dat indeling “1.0” niet langer de aanbevolen indeling is. U zou gewoonlijk één van
       de recentere indelingen (“3.0 (quilt)”, “3.0 (native)”) moeten kiezen,  maar  dpkg-source  zal  dit  niet
       automatisch  voor u doen. Indien u de oude indeling wilt blijven gebruiken, moet u dat expliciet aangeven
       en “1.0” plaatsen in debian/source/format.

   de diff wijzigt de volgende bestanden van de toeleveraar
       Als u broncode-indeling “1.0” gebruikt, is het meestal geen goed idee om rechtstreeks wijzigingen aan  te
       brengen  in  bestanden  van  de  toeleveraar,  vermits  de  wijzigingen  verborgen  en  grotendeels niet-
       gedocumenteerd belanden in het bestand .diff.gz. U zou uw wijzigingen dan beter opslaan als patches in de
       map debian en ze dan op het ogenblik van het bouwen toepassen. Om deze complexe werkwijze  te  vermijden,
       kunt u ook de indeling “3.0 (quilt)” gebruiken, die dit geïntegreerd aanbiedt.

   kan wijziging aan bestand niet representeren
       Wijzigingen  aan  de  broncode  van de toeleveraar worden gewoonlijk met patch-bestanden opgeslagen, maar
       niet alle wijzigingen kunnen met patches gerepresenteerd worden, omdat die enkel  de  inhoud  van  gewone
       tekstbestanden  kunnen  aanpassen.  Indien u een bestand tracht te vervangen door iets van een ander type
       (bijvoorbeeld een gewoon bestand vervangen door een symbolische  koppeling  of  een  map),  zult  u  deze
       foutmelding krijgen.

   nieuw gecreëerd leeg bestand bestand zal niet gerepresenteerd worden in de diff
       Lege  bestanden  kunnen  niet  met behulp van patch-bestanden aangemaakt worden. Deze wijziging wordt dus
       niet geregistreerd in het broncodepakket en u wordt daarover ingelicht.

   uitvoerbare modus toegangsrechten van bestand zal niet weergegeven worden in de diff
       Patch-bestanden registreren geen toegangsrechten van bestanden en dus wordt  het  feit  dat  een  bestand
       uitvoerbaar is, niet in het broncodepakket opgeslagen. Deze waarschuwing brengt dit feit in herinnering.

   bijzondere modus toegangsrechten van bestand zal niet weergegeven worden in de diff
       Patch-bestanden   registreren   geen   toegangsrechten  van  bestanden  en  dus  worden  wijzigingen  aan
       toegangsrechten niet opgeslagen in het broncodepakket. Deze waarschuwing brengt dit feit in herinnering.

OMGEVING

       DPKG_COLORS
           Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt mogen  worden  zijn:  auto
           (standaard), always en never.

       DPKG_NLS
           Indien  dit  ingesteld  is,  zal  het  gebruikt  worden  om  te  beslissen  over  het  activeren  van
           moedertaalondersteuning, ook gekend als  internationaliseringsondersteuning  (of  i18n)  (sinds  dpkg
           1.19.0). Geldige waarden zijn: 0 and 1 (standaard).

       SOURCE_DATE_EPOCH
           Indien  dit  ingesteld  werd, zal het gebruikt worden als de tijdsaanduiding (timestamp) (in seconden
           sinds de epoch) om de mtime vast te zetten op de items uit het tar(5)-bestand.

           Sinds dpkg 1.18.11.

       VISUAL
       EDITOR
           Gebruikt door de broncode-indelingmodules “2.0” en “3.0 (quilt)”.

       GIT_DIR
       GIT_INDEX_FILE
       GIT_OBJECT_DIRECTORY
       GIT_ALTERNATE_OBJECT_DIRECTORIES
       GIT_WORK_TREE
           Gebruikt door de broncode-indelingmodules “3.0 (git)”.

BESTANDEN

   debian/source/format
       Dit bestand bevat op één enkele regel de indeling die gebruikt  moet  worden  om  het  broncodepakket  te
       bouwen  (mogelijke  indelingen  werden hierboven beschreven). Voorafgaande of nakomende witruimte is niet
       toegelaten.

   debian/source/include-binaries
       Dit bestand bevat een lijst van padnamen van binaire bestanden (één per regel) relatief ten opzichte  van
       de  broncodebasismap,  welke opgenomen moeten worden in het debian tar-archief. Voorafgaande of nakomende
       spaties worden gestript. Regels die beginnen met ‘#’ zijn commentaar en worden overgeslagen. Lege  regels
       worden genegeerd.

   debian/source/options
       Dit  bestand  bevat  een  lijst  met  lange opties die automatisch voorgevoegd moeten worden aan de reeks
       commandoregelopties die gebruikt worden bij het inroepen van het commando dpkg-source  --build  of  dpkg-
       source  --print-format.  Opties  zoals  --compression  en --compression-level zijn zeer geschikt voor dit
       bestand.

       Elke optie moet op een aparte regel geplaatst worden. Lege regels en regels die beginnen met  ‘#’  worden
       genegeerd.  De  ‘--’  vooraan moeten weggelaten worden en korte opties zijn niet toegelaten. Facultatieve
       witruimte rond het symbool ‘=’ en facultatieve aanhalingstekens rond de waarde  zijn  toegelaten.  Hierna
       volgt een voorbeeld van een dergelijk bestand:

         # laat dpkg-source een bestand debian.tar.bz2 aanmaken met maximale compressie
         compression = "bzip2"
         compression-level = 9
         # gebruik debian/patches/debian-changes als automatische patch
         single-debian-patch
         # negeer wijzigingen aan config.{sub,guess}
         extend-diff-ignore = "(^|/)(config.sub|config.guess)$"

       Opmerking: format-opties worden niet aanvaard in dit bestand. U moet daarvoor eerder debian/source/format
       gebruiken.

   debian/source/local-options
       Precies  zoals  debian/source/options,  behalve  dat het bestand niet opgenomen wordt in het gegenereerde
       broncodepakket. Dit kan nuttig zijn om een voorkeur op te slaan die eigen is aan de beheerder of aan  een
       bepaald depot van een versiebeheersysteem waarin het pakket onderhouden wordt.

   debian/source/local-patch-header
   debian/source/patch-header
       Vrij  opgemaakte  tekst  die  geplaatst wordt bovenaan de automatische patch die gegenereerd wordt bij de
       indelingen “2.0” en  “3.0  (quilt)”.  local-patch-header  wordt  niet  toegevoegd  aan  het  gegenereerde
       broncodepakket, terwijl dat met patch-header wel het geval is.

   debian/patches/leverancier.series
   debian/patches/series
       Dit  bestand  somt  alle  patches  op  die toegepast moeten worden (in de opgegeven volgorde) bovenop het
       broncodepakket van de toeleveraar. Spaties vooraan en achteraan worden weggehaald. leverancier is de naam
       in kleine letters van de huidige leverancier of debian als geen leverancier gedefinieerd werd. Indien het
       leveranciersspecifieke series-bestand niet bestaat,  zal  het  leveranciersloze  series-bestand  gebruikt
       worden. Regels die beginnen met ‘#’ zijn commentaar en worden overgeslagen. Lege regels worden genegeerd.
       De  overige  regels  beginnen  met  de  bestandsnaam  van  een  patch  (relatief  ten opzichte van de map
       debian/patches/) tot aan de eerste spatie of het einde van de  regel.  Facultatieve  quilt-opties  kunnen
       daarna  komen  tot aan het einde van de regel of tot aan het eerste ‘#’-teken dat voorafgegaan wordt door
       één of meer spaties (hetgeen het begin van een commentaarstuk aangeeft dat doorloopt tot het einde van de
       regel).

BEVEILIGING

       Het onderzoeken van niet-vertrouwde broncodepakketten of  het  uitpakken  ervan  in  staging-mappen  moet
       worden  beschouwd  als  een  grens  van  veiligheid en elke doorbreking van die grens als gevolg van deze
       handelingen  moet  worden  beschouwd   als   een   veiligheidslek.   Het   omgaan   met   niet-vertrouwde
       broncodepakketten   mag   niet  lichtvaardig  gebeuren,  aangezien  het  totale  gebied  elk  ondersteund
       compressiecommando omvat, commando's om specifieke  gegevensindelingen  te  verwerken  (zoals  tar(1)  of
       patch(1))  naast  de broncodepakketindelingen en controlebestanden zelf. Het uitvoeren van deze operaties
       op basis van niet-vertrouwde gegevens als root wordt sterk afgeraden.

       Het bouwen van broncodepakketten mag alleen worden uitgevoerd op basis van vertrouwde gegevens.

BUGS

       Het punt waarop de vervanging van velden plaats vindt, vergeleken met bepaalde standaardinstellingen voor
       uitvoervelden, is eerder onduidelijk.

ZIE OOK

       deb-src-control(5), deb-changelog(5), deb-substvars(5), dsc(5).

1.22.18                                            2025-04-28                                     dpkg-source(1)