Provided by: manpages-nl_4.26.0-1_all bug

NAAM

       intro - inleiding voor gebruiker commando´s

BESCHRIJVING

       Sectie  1  van  deze  handleiding  beschrijft  de  gebruiker  commando´s  en hulpmiddelen, bij voorbeeld,
       hulpmiddelen om bestanden te bewerken, shells,  compilers,  web  browsers,  bestand  en  beeld  weergave,
       tekstverwerker, enzovoort.

OPMERKINGEN

       Linux  is  a  flavor  of UNIX, and user commands under UNIX work similarly under Linux (and lots of other
       UNIX-like systems too, like FreeBSD).

       Under Linux, there are GUIs (graphical user interfaces), where you can point  and  click  and  drag,  and
       hopefully get work done without first reading lots of documentation.  The traditional UNIX environment is
       a  CLI (command line interface), where you type commands to tell the computer what to do.  This is faster
       and more powerful, but requires finding out what the commands are and how to use them.  Below is  a  bare
       minimum guide to get you started.

   Login
       In order to start working, you'll probably first have to open a session.  The program login(1)  will wait
       for  you  to type your username and password, and after that, it will start a shell (command interpreter)
       for you.  In case of a graphical login, you get a screen with menus or icons and a mouse click will start
       a shell in a window.  See also xterm(1).

   De shell
       One types commands into the shell, the command interpreter.  It is  not  built-in;  it  is  just  another
       program.   You  can  change  your  shell,  and everybody has their own favorite one.  The standard one is
       called sh.  See also ash(1), bash(1), chsh(1), csh(1), dash(1), ksh(1), zsh(1).

       A session might look like this:

           knuth login: aeb
           Password: ********
           $ date
           Tue Aug  6 23:50:44 CEST 2002
           $ cal
                August 2002
           Su Mo Tu We Th Fr Sa
                        1  2  3
            4  5  6  7  8  9 10
           11 12 13 14 15 16 17
           18 19 20 21 22 23 24
           25 26 27 28 29 30 31

           $ ls
           bin  tel
           $ ls -l
           total 2
           drwxrwxr-x   2 aeb       1024 Aug  6 23:51 bin
           -rw-rw-r--   1 aeb         37 Aug  6 23:52 tel
           $ cat tel
           maja    0501-1136285
           peter   0136-7399214
           $ cp tel tel2
           $ ls -l
           total 3
           drwxr-xr-x   2 aeb       1024 Aug  6 23:51 bin
           -rw-r--r--   1 aeb         37 Aug  6 23:52 tel
           -rw-r--r--   1 aeb         37 Aug  6 23:53 tel2
           $ mv tel tel1
           $ ls -l
           total 3
           drwxr-xr-x   2 aeb       1024 Aug  6 23:51 bin
           -rw-r--r--   1 aeb         37 Aug  6 23:52 tel1
           -rw-r--r--   1 aeb         37 Aug  6 23:53 tel2
           $ diff tel1 tel2
           $ rm tel1
           $ grep maja tel2
           maja    0501-1136285
           $

       Het ingeven van Control-D beëindigde de sessie.

       De $ is de commando prompt—het is dé manier van de shell om aan te geven dat hij  wacht  op  een  volgend
       commando.  De  prompt  kan op verschillende manieren worden aangepast, zoals bijvoorbeeld het opnemen van
       gebruikersnaam, computer naam, huidige map, tijd, etc. Het toekennen van PS1="En nu,  meester?"   zou  de
       prompt zoals aangegeven veranderen.

       We vinden commando´s zoals date (dat geeft datum en tijd), en cal (dat geeft de kalender).

       Het command ls geeft de inhoud van de huidige map—het laat zien welke bestanden je hebt. Met een -l optie
       verkrijg  je  een  lange  lijst,  inclusief  de  eigenaar, grootte en datum van het bestand, en tevens de
       rechten die personen hebben om het bestand te lezen en/of te veranderen. Bijvoorbeeld, het bestand  "tel"
       is  37  bytes  lang,  eigendom  van aeb, die het kan lezen en schrijven, anderen kunnen het alleen lezen.
       Eigenaar en rechten kunnen veranderd worden met de commando's chown en chmod.

       Het commando cat toont de inhoud van een bestand. (De naam is afkomstig van de  "concateneer  en  print":
       alle  bestanden  mee  gegeven  als  parameter worden geconcateneerd en verstuurd naar "standaard uitvoer"
       (zie stdout(3)), Hier kom het scherm.)

       Het commando cp (van "copy") zal een bestand kopiëren.

       Het commando mv (van "move"), aan de andere kant, zal het alleen hernoemen.

       Het commando diff toont de verschillen tussen twee bestanden. De uitvoer ontbrak hier want er waren  geen
       verschillen.

       Het  commando  rm (van "remove") wist een bestand, ben voorzichtig want weg is weg. Er is géén prullenbak
       of dergelijke. Gewist betekent écht weg.

       Het commando grep (van "g/re/p") zoekt het voorkomen van een tekst in een  of  meerdere  bestanden.  Hier
       vindt het Maja´s telefoonnummer.

   Pad namen en de huidige map.
       Bestanden leven een in grote boom, de bestandssysteem hiërarchie.  Elk bestand heeft een padnaam  dat het
       pad  beschrijft  van de wortel van de boom (genoemd /) naar het bestand. Een voorbeeld van een padnaam is
       /home/aeb/tel.  Het zou omslachtig zijn om die altijd te moeten gebruiken, de naam van een bestand in  de
       huidige  map  mag  dan  ook  afgekort  worden  door  alleen de laatste component te gebruiken. Daarom mag
       /home/aeb/tel worden afgekort tot tel als de huidige map /home/aeb is.

       Het commando pwd toont de huidige map.

       Het commando cd verandert de huidige map.

       Probeer de alternatieve cd en pwd commando´s en verken het gebruik van cd: "cd",  "cd .", "cd ..", "cd /"
       en "cd ~".

   Mappen
       Het commando mkdir maakt een nieuwe map aan.

       Het commando rmdir verwijdert een map mits die leeg is, anders zal geklaagd worden.

       Het commando find (met een omslachtige syntaxis) vind bestanden met gegeven naam en andere eigenschappen.
       Bijvoorbeeld, "find . -name tel" vind het bestand tel beginnend in de huidige map  (die  wordt  aangeduid
       als  .). En "find / -name tel" doet hetzelfde, maar start bij de wortel van de boom. Zoeken op een schijf
       met een grootte van meerdere-GB kost veel tijd, daarom kan het zijn om locate(1) te gebruiken.

   Schijven en bestandssystemen
       Het commando mount koppelt een bestandssysteem zoals beschikbaar op een  schijf  (of  floppy,   CDROM  en
       dergelijke)  aan de grote bestandssysteem hiërarchie. En umount koppelt het weer af. Het commando df laat
       zien hoeveel ruimte er nog beschikbaar is op de schijf.

   Processen
       Op een UNIX systeem draaien gebruiker en systeem processen gelijktijdig, Het proces waar tegen  je  praat
       draait in de voorgrond, de andere in de achtergrond. Het commando ps toont welke processen actief zijn en
       welke nummers deze hebben. Het commando kill kan deze stoppen. Zonder extra optie zal dat een vriendelijk
       verzoek  zijn:  "ga  weg  a.u.b."  Een  "kill  -9" gevolgd door het nummer van een proces veroorzaakt een
       onverbiddelijke stop. Voorgrond processen kunnen vaak gestopt worden door Control-C te tikken.

   Verkrijgen van informatie
       Er zijn duizenden commando´s, elk met veel opties. Traditioneel worden commando´s gedocumenteerd  op  man
       pagina´s,  (zoals  deze),  waardoor het commando "man kill" het gebruik van het commando "kill" toont (en
       "man man" toont het commando "man"). Het programma man stuurt de tekst door een pager,  normaliter  less.
       Tik de spatiebalk om de volgende pagina te zien, tik q om te stoppen.

       In  de  documentatie  is het de gewoonte om naar de man pagina te refereren door het geven van de naam en
       het sectie nummer, zoals in man(1). Man pagina´s zijn beknopt, en helpen vlot om vergeten details  op  te
       zoeken. Voor nieuwkomers is een inleidende tekst met voorbeelden en uitleg nuttig.

       Veel van de GNU/FSF software is voorzien van info bestanden. Tik "info info" voor een introductie van het
       gebruik van het programma info .

       Speciale  onderwerpen worden behandeld in HOWTO´s. Kijk in /usr/share/doc/howto/en en gebruik een browser
       als je  daar HTML bestanden vind.

ZIE OOK

       ash(1), bash(1), chsh(1),  csh(1),  dash(1),  ksh(1),  locate(1),  login(1),  man(1),  xterm(1),  zsh(1),
       wait(2), stdout(3), man-pages(7), standards(7)

VERTALING

       De  Nederlandse  vertaling  van  deze  handleiding  is  geschreven  door Joost van Baal <joostv-manpages-
       nl-2398@mdcc.cx>,    Mario    Blättermann    <mario.blaettermann@gmail.com>     en     Luc     Castermans
       <luc.castermans@gmail.com>

       Deze  vertaling  is  vrije  documentatie;  lees  de GNU General Public License Version 3 of later over de
       Copyright-voorwaarden. Er is geen AANSPRAKELIJKHEID.

       Indien U fouten in de vertaling van deze handleiding zou  vinden,  stuur  een  e-mail  naar  debian-l10n-
       dutch@lists.debian.org.

Linux man-pagina's 6.9.1                          17 juni 2024                                          intro(1)