Provided by: wcd_6.0.3-2_amd64 bug

NAAM

       wcd - Wherever Change Directory

       chdir voor DOS en Unix

OVERZICHT

           wcd [opties] [map]

BESCHRIJVING

   Overzicht
       Wcd is een commandoregel programma om snel van map te veranderen. Het bespaart tijd tijdens het typen.
       Men hoeft alleen maar een deel van de mapnaam te typen en wcd springt er heen. Wcd heeft een snelle
       selectie methode wanneer er meerdere treffers zijn, en biedt de mogelijkheid om aliassen van mappen aan
       te maken en om mappen in de ban te doen. Wcd biedt ook een schermvullende interactieve boomweergave met
       snelzoek functie.

       Wcd is gemodelleerd naar Norton Change Directory (NCD). NCD verscheen voor het eerst in The Norton
       Utilities, Release 4, for DOS in 1987, gepubliceerd door Peter Norton.

       Wcd is geschikt gemaakt voor verschillende commandoregel shells: DOS command.com, Windows cmd.exe en
       PowerShell, OS/2 cmd.exe, en Unix shells zoals Bourne (sh), Bourne Again (bash), Korn (ksh), Z (zsh), en
       C (csh) shell en anderen draaiend op elk besturingssysteem.

       Wcd ondersteunt 8 bit tekensets op alle systemen, en heeft optioneel ondersteuning voor Unicode. Zie
       paragraaf LOKALISTIE.

       Zie paragraaf INSTALLATIE hoe wcd voor persoonlijk gebruik in te stellen.

   Basisgebruik
       Standaard, wanneer geen jokertekens gebruikt worden, zoekt wcd een map met een naam die begint met de
       naam die getypt is.

       Bijvoorbeeld deze opdracht zal veranderen naar de huidige gebruikers map "/home/user/Desktop":

           wcd Desk

       Wanneer er meerdere treffers zijn zal wcd een lijst presenteren van alle treffers. De gebruiker kan een
       keuze maken met enkele toetsaanslagen (meestal een).

   Jokertekens
       Wcd ondersteunt de volgende jokertekens:

           *       treft een willekeurige reeks van tekens (nul of meer)
           ?       treft een willekeurig teken
           [SET]   treft willekeurige tekens in de gespecificeerde set,
           [!SET]  of [^SET] treft willekeurige tekens niet in de
                   gespecificeerde set.

       Een set wordt samengesteld uit tekens of reeksen; een reeks ziet er uit als teken koppelteken teken zoals
       in "0-9" of "A-Z".  "[0-9a-zA-Z_]" is de minimale set van tekens toegestaan in de "[..]" patroon
       samenstelling. Internationale tekens (d.w.z. 8 bit tekens) zijn toegestaan als het systeem ze
       ondersteunt. Om de speciale syntactische betekenis van elke van "[]*?!^-\"binnen of buiten een "[..]"
       samenstelling te onderdrukken en exact gelijke te treffen, laat het teken vooraf gaan door een backslash
       ("\") teken.

       Het gebruik van jokertekens maakt krachtige zoekmethodes mogelijk. Bijvoorbeeld dit treft elke mapnaam
       die eindigt op "top".

           wcd *top

       Tref mappen die ergens "top" in de naam heeft:

           wcd *top*

       Tref elke map die die begint met "a", "b" or "c":

           wcd [a-c]*

       Het is ook mogelijk om een deel van het pad op te geven. Hier zoekt Wcd naar een map die begint met
       "Desk" en wiens pad overeenkomt met *me/Desk*.

           wcd me/Desk

       Het is toegestaan om elke expressie met schuine strepen en jokertekens te typen. B.v.:

           wcd src*/*1?/a*2

   Overig gebruik
       Wanneer geen jokertekens gebruikt zijn en wcd vindt een perfecte treffer, zullen alle niet exacte
       treffers genegeerd worden. Dit gedrag kan gewijzigd worden met de -w optie.

       De interactieve mappen-verkenner kan met de optie -g gestart worden.

           wcd -g

       Wcd genereert een boomdata-bestand waarin de map gezocht wordt. Op Unix en Windows voegt wcd ook
       symbolische koppelingen toe wanneer de schijf gescand wordt, maar deze worden niet gevolgd. Wanneer
       symbolische koppelingen gevolgd worden, zou wcd oneindige lussen kunnen scannen, of zeer grote delen van
       een netwerk.

       Wcd kan ook veranderen naar mappen die niet in het boomdata-bestand staan. B.v.:

           wcd ..

       Wanneer wcd een treffer heeft gevonden, maar niet naar de map kan veranderen, probeert hij deze te
       verwijderen uit het standaard boomdata-bestand. Niet uit het extra boomdata-bestand. Zie ook optie -k.

       Wcd houdt een mappenstapel bij die opgeslagen wordt op schijf. De stapel heeft een standaard grootte van
       10 en is cyclisch. Zie opties -z, -, + en =.

       In een omgeving met meerdere gebruikers kan optie -u gebruikt worden om naar mappen van andere gebruikers
       te veranderen.

       Op DOS en Windows systemen maakt het niet uit of een slash "/" of een backslash "\" als mappen-
       scheidingsteken gebruikt wordt.

       Het is mogelijk op DOS en Windows systemen om tegelijk van schijf en map te veranderen door de mapnaam
       vooraf te laten gaan door de schijf naam.

           wcd d:games

   Windows UNC paden
       De Windows versies (Opdrachtprompt, PowerShell, MSYS, zsh, Cygwin) ondersteunen Windows SMB LAN UNC paden
       zonder schijfletter, zoals "\\servername\sharename". Wcd voor de Opdrachtprompt maakt gebruik van het
       "pushd" commando om automatisch een UNC pad toe te wijzen aan een schijfletter. In Windows PowerShell,
       MSYS, zsh en Cygwin worden UNC paden volledig ondersteund. De huidige werkmap kan een UNC pad zijn.

   Opdrachtpromtvenster formaat wijzigen in Windows
       Wcd ondersteunt het wijzigen van het formaat van het opdrachtpromptvenster in Windows 10 en ConEmu (zie
       <https://conemu.github.io/>) sinds versie 6.0.3. Het Windows 10 opdrachtpromptvenster moet niet in
       verouderde console modus zitten (controleer de opdrachtpromptvenster eigenschappen). Het scherm kan
       mogelijk niet verversen wanneer de Indeling eigenschap "tekstterugloopuitvoer bij formaat wijzigen" uit
       staat. Het scherm kan handmatig ververst worden door op de F5 toets te drukken.

   Interfaces
       Wcd heeft drie verschillende interface om uit een lijst van treffers te kiezen. De interface kan gekozen
       worden bij het bouwen van Wcd.

       De eerste interface gebruikt standaard in- en uitvoer. Een genummerde lijst wordt in de terminal geprint.
       De gebruiker kan kiezen uit de lijst door een nummber te typen gevolgd door <Enter>. Deze interface biedt
       geen terug-blader functionaliteit bij een lange lijst. De terug-blader functionaliteit van de
       terminal/console moet gebruikt worden. Deze interface is heel klein en overdraagbaar.

       De tweede interface is gebouwd met de conio bibliotheek. Het biedt een ingebouwde terug-blader functie.
       De gebruiker wordt een lijst gepresenteerd, genummerd met letters. Het kiezen uit de lijst kan gedaan
       worden met een enkele toetsaanslag van een letter. Deze interface is snel, omdat het toetsaanslagen
       bespaart. Wanneer mogelijk wordt het scherm hersteld na afsluiten. Iemand die prefereert nummers te typen
       kan de -N optie gebruiken.

       De derde bibliotheek is gebouwd met de curses bibliotheek. Het is gelijk aan de conio interface. De
       curses versie van wcd heeft een extra 'grafische' interface. Het laat de gebruiker een map kiezen via een
       vol-scherm interactieve mappenboom verkenner. Het heeft vim(1) gelijke navigatie en zoek methodes. Het
       kan geactiveerd worden met de optie -g.

       Door de -o optie te gebruiken kan men altijd terugvallen op de standaard in- en uitvoer interface.

OPTIES

       -a  Voeg huidig pad to aan het standaard boomdata-bestand.

           Gebruik  deze  optie  om  snel  het huidige pad toe te voegen aan het standaard boomdata-bestand. Het
           opnieuw scannen van de complete schijf kan soms lang duren.

       -aa Voeg het huidige en alle bovenliggende paden toe aan het standaard boomdata-bestand.

       -A PAD
           Scan mappenboom vanaf PAD en voeg toe aan het standaard boomdata-bestand. Voorbeelden:

               wcd -A .
               wcd -A /home -A /etc
               wcd -A d: -A e: -A \\server\share

           Op Windows kan men alle gedeelde mappen van een Windows LAN server scannen door iets  te  typen  als:
           "wcd -A \\servername".

           Zie ook opties -S en -s en -E.

       -b  Verban het huidige pad.

           Wcd  plaatst  het  huidige pad in het ban-bestand. Dit betekent dat wcd alle treffers van deze map en
           zijn sub-mappen negeert.

           Het ban-bestand kan gewijzigd worden met een tekstbewerker. Gebruik van jokertekens wordt ondersteund
           en namen worden vergeleken met het volledige pad.

           Verbannen paden worden niet uitgesloten van het scannen van de schijf. Gebruik optie -xf  om  dat  te
           doen.

       -c, --direct-cd
           Directe CD modus. Standaard werkt wcd als volgt:

               1. Probeer een treffer te vinden in een boomdata-bestand.
               2. Wanneer geen treffer, probeer het getypte pad te openen.

           In directe CD modus werkt wcd in omgekeerde volgorde.

               1. Probeer het getypte pad te openen.
               2. Indien niet gelukt, probeer een treffer te vinden in een boomdata-bestand.

       -d SCHIJF
           Stel schijf in voor stapel- en go-script (alleen DOS).

           Het  stapelbestand  en  go-script worden standaard opgeslagen op schijf C: wanneer omgevingsvariabele
           HOME niet ingesteld is. Gebruik deze optie wanneer SCHIJF een alleen-lezen schijf is. Deze optie moet
           gebruikt worden vooraf aan stapel opties -, + en =.

       -e  Voeg huidig pad toe aan het extra boomdata-bestand.

           Gebruik deze optie om snel het huidige toe te voegen aan het extra boomdata-bestand.

       -ee Voeg het huidige en alle bovenliggende paden toe aan het extra boomdata-bestand.

       -E PAD
           Scan mappenboom vanaf PAD en voeg het toe aan het Extra boomdata-bestand.Zie ook opties -A en -S.

       -f BESTAND
           Lees boomdata-bestand BESTAND. Lees niet het standaard boomdata-bestand.

       +f BESTAND
           Lees boomdata-bestand BESTAND bovenop het standaard boomdata-bestand.

       -g  Grafische interface (alleen in versie met curses interface).

           Wcd start een tekstuele curses gebaseerde 'grafische' interface. De gebruiker kan een map  selecteren
           via  een  vol-scherm  interactieve  mappenverkenner.  Het  heeft een vim(1) achtige navigatie en zoek
           methode.

           Wanneer geen zoekstring gegeven is presenteert wcd de gehele boom die in het standaard en  het  extra
           boomdata-bestand staat.

           Wanneer een zoekstring gegeven is wordt de trefferlijst gepresenteerd als een mappenboom

           De  standaard  boom  opmaak  is gelijk aan de boomopmaak van de originele NCD op DOS. Het verschil in
           opmaak is dat in NCD alle mappen van dezelfde diepteniveau verticaal uitgelijnd waren  over  de  hele
           boom.  Dit was mogelijk in NCD, omdat de maximale breedte van een mapnaam in DOS 12 (8.3) tekens was.
           Op moderne besturingssystemen kunnen namen erg lang zijn. Daarom zijn mappen met dezelfde  diepte  in
           wcd  niet  verticaal  uitgelijnd  over  de  hele  boom,  maar  alleen in sub-takken. Daarom is er wat
           zijdelingse beweging wanneer recht omhoog of omlaag bewogen wordt van de ene sub-tak  naar  de  ander
           sub-tak.

           Het  navigatie  gedrag  in wcd is exact hetzelfde als in de originele NCD. Bijvoorbeeld wanneer je de
           Omlaag knopt drukt ga je omlaag naar de volgende map met dezelfde diepte, springend over takken.  Dit
           maakt snelle navigatie door de boom mogelijk.

           Zie opties -Ta, -TC, en -TC om het navigatiegedrag te veranderen.

       -gd Dump de boomdatabestanden als een boom naar standaard uitvoer.

       -G PAD
           Schrijf  go-script  in  map  PAD.  Bijvoorbeeld  op Unix, "wcd -G PAD" zal een go-script schrijven in
           PAD/wcd.go.

       -GN, --no-go-script
           Maak geen go-script aan. Deze optie kan gebruikt worden in combinatie met de optie -j wanneer men wil
           dat wcd geen go-script aanmaakt.

       -h, --help
           Toon helptext en sluit af.

       -i, --ignore-case
           Hoofdletterongevoelig.  DOS  en  Windows  versies  van  wcd  zijn  standaard   hoofdletterongevoelig.
           Unix/Cygwin versies zijn standaard hoofdlettergevoelig.

       +i, --no-ignore-case
           Hoofdlettergevoelig. Zie ook optie -i.

       -I, --ignore-diacritics
           Ongevoelig  voor  diakritische  tekens  voor  Latijnse geschriften. Letters met een diakritisch teken
           treffen hun basisletter zonder diakritisch teken. De volgende Latijnse coderingen worden ondersteund:
           CP437, CP850, CP852, CP1250, CP1252, ISO-8859-1, ISO-8859-2, en Unicode Latin-1, Latin Extended-A, en
           Latin Extended-B.  Zie ook <http://nl.wikipedia.org/wiki/Diakritisch_teken>

       +I, --no-ignore-diacritics
           Gevoelig voor diakritische tekens (standaard). Zie ook optie -I.

       -j, --just-go
           Ga-nou-maar modus.

           In deze modus zal wcd geen lijst tonen wanneer er meer dan een map is die treft met de ingegeven map.
           Wcd zal veranderen naar de  eerste  optie.  Wanneer  wcd  opnieuw  aangeroepen  wordt  met  hetzelfde
           argument, zal wcd veranderen naar de volgende optie, en zo verder.

           Wcd  print  de  map  waar  naar te gaan naar standaard uitvoer. Zo kan een andere installatie methode
           gebruikt worden. Men zou de volgende functie kunnen maken voor een POSIX compatibele shell:

               wcd ()
               {
                   cd "$($HOME/bin/wcd.exe -j $@)"
               }

           Wanneer je een oude shell gebruikt die geen "$()" opdracht vervanging ondersteunt, moet  je  de  oude
           stijl opdrachtvervanging gebruiken met accent graves.

               wcd ()
               {
                   cd "`$HOME/bin/wcd.exe -j $@`"
               }

           Op Windows systemen, wanneer men 4NT shell draait, kan men de volgende alias maken:

               alias wcd `cd %@execstr[wcdwin32.exe -z 0 -j %1]`

           Deze  methode  elimineert de noodzaak voor het go-script, zodat men de optie -GN in combinatie met -j
           kan gebruiken.

       -k, --keep-paths
           Bewaar paden.

           Bewaar paden in boomdata-bestanden wanneer wcd er niet naar kan veranderen. Het standaard gedrag  van
           wcd is dat het probeert de paden te verwijderen uit het boomdata-bestand wanneer wcd niet naar ze kan
           veranderen. Met deze optie wordt dit gedrag uitgeschakeld.

       -K, --color
           Gebruik kleuren in grafische modus.

       -l ALIAS
           Noem  het  huidige  pad  ALIAS.  Wcd  plaatst  het  huidige pad met alias ALIAS in het alias-bestand.
           Aliassen zijn hoofdlettergevoelig.

       -ls Show the name of the alias file, and list all the aliases.

       -m MAP
           Maak map en voeg toe aan boomdata-bestand.

       -L, --license
           Print de distributie licentie.

       -M MAP
           Maak map en voeg toe aan extra boomdata-bestand.

       -n PAD
           Lees relatief boomdata-bestand vanaf PAD.

           Lees niet het standaard boomdata-bestand. Het relatieve boomdata-bestand zou al gemaakt  moeten  zijn
           met de wcd optie +S. PAD mag ook direct naar een bestand wijzen.

           Een voorbeeld. Stel een ander systeem is gekoppend aan koppeling "/mnt/network":

               wcd -n /mnt/network src

           Wcd  opent  het  relatieve  boomdata-bestand  in "/mnt/network/". The bestand bevat de paden relatief
           vanaf dat punt.

       +n PAD
           Lees relatief boomdata-bestand bovenop het standaard boomdata-bestand. Zie optie -n.

       -N, --numbers
           Gebruik nummers in plaats van letters.

           Wcd met een  conio  of  curses  gebaseerde  interface  (zie  paragraaf  Interfaces)  presenteert  een
           trefferlijst  standaard  genummerd met letters. Wanneer de optie -N is gebruikt wordt de trefferlijst
           genummerd met nummers. Onafhankelijk van de optie -N kan men een letter of een nummer  typen  om  een
           selectie uit de lijst te maken.

       -o  Gebruik standaard invoer/uitvoer interface.

           Wanneer om een of andere reden de conio of curses interface van wcd niet werkt kan men terugvallen op
           de standaard invoer/uitvoer interface van wcd door het gebruik van de -o optie.

       -od, --to-stdout
           Dump alle treffers naar standaard uitvoer.

       -q, --quiet
           Stillere werking. Het printen van de uiteindelijke treffer wordt onderdrukt.

       -r MAP
           Verwijder map en verwijder uit boomdata-bestand.

           Als de map leeg is zal wcd het verwijderen, en proberen het te verwijderen uit het boomdata-bestand.

       -rmtree MAP
           Recursief map verwijderen en verwijderen uit boomdata-bestand.

           Wcd  zal  de  map  verwijderen  en  al  zijn sub-mappen en bestanden, en verwijdert de mappen uit het
           boomdata-bestand.

       -s  (her)scannen schijf vanaf $HOME map. Als HOME niet gedefinieerd is, wordt  de  schijf  gescant  vanaf
           hoofdmap /.

           Het bestaande standaard boomdata-bestand is overschreven.

           De   standaard   scan   map  kan  overstemd  worden  met  omgevingsvariabele  "WCDSCAN".  Zie  sectie
           OMGEVINGSVARIABELEN.

       -S PAD
           Scan mappenboom vanaf PAD en overschrijf het standaard boomdata-bestand. Zie ook opties -A, -s en -E.
           B.v. met optie -A kun je een standaard boomdata-bestand maken naar eigen smaak. Bijvoorbeeld:

           Unix:

               wcd -S /
               wcd -S /home -A /etc -A /usr

           DOS/Windows:

               wcd -S c:/
               wcd -S c: -A d: -A \\server\share

           Met de Windows versies kan men alle gedeelde mappen scannen van een Windows LAN server door iets  een
           typen als: "wcd -S \\servernaam".

       +S PAD
           Scan  schijf vanaf PAD en plaats relatieve paden in het relatieve boomdata-bestand. Dit bestand wordt
           gebruikt door de -n en +n opties van wcd. B.v. "wcd -n PAD src".

       -t  Verwijder niet tmp koppelmap "/tmp_mnt" (alleen Unix)

           Wcd verwijderd  standaard  "/tmp_mnt/"  van  de  treffer.  Map  "/tmp_mnt"  wordt  gebruikt  door  de
           'auto-mounter'. Dit gedrag kan uitgeschakeld worden met de -t optie.

       -T, --ascii-tree
           Teken  boom  met  ASCII  tekens.  Gebruik  deze  opties als lijntekens niet goed getoond worden in de
           terminal.

       -Ta, --alt-tree-nav
           Alternatieve manier van navigeren in de grafische boom.

           In de standaard NCD stijl opmaak zet de -Ta optie het springen naar ongerelateerde mappen uit.

           In compacte-boom-modus maakt de alternatieve mode  de  navigatie  gelijk  aan  de  navigatie  in  GUI
           bestandsverkenners  zoals  de  Windows  Verkenner  of  Linux  KDE Konqueror. Omhoog en Omlaag drukken
           beweegt de geselecteerde map één regel op en neer. Links drukken vouwt eerst de sub-mappen in  en  de
           volgende beweging naar links gaat echt naar links.

           U kunt onmiddellijk tussen standaard en alternatief navigeren schakelen door <Shift-A> te drukken.

           Wanneer alternatieve navigatie aan staat, ziet u een "A" in de rechter onderhoek.

       -TC, --center-tree
           Gecentreerde weergave in de grafische boom. De geselecteerde map blijft in het midden van het scherm.
           De gecentreerde modus kan ook aan- en uitgeschakeld worden met de <t> toets in de grafische boom.

           De  standaard niet-gecentreerde weergave, die boombeweging minimaliseert, is gelijk aan hoe het in de
           originele NCD was.

       -Tc, --compact-tree
           Standaard wordt de 'grafische' boom getekend op dezelfde manier zoals de originele  NCD  op  DOS  het
           deed.  In  DOS  kon  een  pad  in totaal slechts 66 tekens bevatten. Met de diepe mappenstructuur van
           vandaag kan de boom erg breed worden. Om dit te beheersen kan wcd de  boom  op  een  compacte  manier
           tekenen,  gelijk  aan  de  meeste  GUI  mappenverkenners, met één map per regel. Gebruik optie -Tc of
           schakel onmiddellijk met de <m> toets.

       -Td, --cjk-width
           Oude Oost-Aziatische CJK (Chinees, Japans, en Koreaans) fonts hebben bepaalde letters en lijnsymbolen
           met een kolombreedte van 2, terwijl  de  normale  Unicode  breedte  voor  deze  tekens  1  kolom  is.
           Bijvoorbeeld het Chinese CP936 raster font op Windows en het Simsun font. Gebruik deze optie voor een
           juiste uitlijning van de grafische boom wanneer een oud CJK font gebruikt wordt.

           Wanneer CJK modus actief is, ziet u een "C" in de rechter onderhoek.

       -u GEBRUIKER
           Scan  boomdata-bestand van een andere gebruiker gebaseerd op GEBRUIKER, scan niet het eigen boomdata-
           bestand. Zie ook paragraaf OMGEVINGSVARIABELEN voor WCDUSERSHOME.

           Op Unix/Cygwin wordt aangenomen dat de basismap voor de thuismap voor gebruikers "/home" is. Wcd  zal
           zoeken   naar   "/home/GEBRUIKER/.treedata.wcd"   en  "/home/GEBRUIKER/.wcd/.treedata.wcd",  in  deze
           volgorde, en de eerste lezen die bestaat en leesbaar is.  Op  DOS/Windows  wordt  aangenomen  dat  de
           basismap   voor   de   thuismap   van   gebruikers   "\\users"   is,   dus   wcd  probeert  te  lezen
           "\\users\GEBRUIKER\treedata.wcd" en "\\users\GEBRUIKER\.wcd\treedata.wcd".

       +u GEBRUIKER
           Lees het standaard boomdata-bestand van GEBRUIKER bovenop uw eigen boomdata-bestand.

       -v, --verbose
           Toon  gedetailleerde  berichten.  Met  deze  optie  toont  wcd  alle  filters,  verbannen  mappen  en
           uitsluitingen.

       -V, --version
           Programmaversie tonen en afsluiten.

       -w, --wild-match-only
           Alleen jokervergelijkingen. Behandel alle treffers als jokertreffers.

       -x PAD
           PAD uitsluiten van scannen.

           Wanneer  deze  optie  gebruikt is zal wcd PAD uitsluiten en al zijn sub-mappen wanneer wcd een schijf
           scant. Jokertekens worden ondersteund en vergeleken met absolute paden. Optie -x  kan  meerder  keren
           gebruikt worden.

               wcd -x <path1> -x <path2> -s

           Optie -x moet vooraf gaan aan elke scan optie (-s, -S, +S, -A, -E).

           Op  DOS/Windows  systemen moet men de schijfletter specificeren afhankelijk van of omgevingsvariabele
           HOME or WCDHOME gedefinieerd is. Wanneer HOME of WCDHOME gedefinieerd is  moet  men  de  schijfletter
           specificeren. Een voorbeeld:

               wcd -x c:/temp -S c:

           Specificeer anders geen schijfletter.

               wcd -x /temp -s

       -xf BESTAND
           Alle paden uit bestand BESTAND uitsluiten van scannen.

           Wanneer  deze optie gebruikt is zal wcd alle paden genoemd in BESTAND uitsluiten en al hun sub-mappen
           wanneer wcd een schijf scant. Jokertekens worden ondersteund en vergeleken met  absolute  paden,  een
           pad  per  regel.  Wees  bewust  dat wcd spaties aan het begin of einde op een regel niet zal negeren,
           omdat het geldige tekens zijn in een mapnaam. Optie -xf can meerdere keren gebruikt  worden.  Wanneer
           men  alle verbannen paden wil uitsluiten van scannen zou het volgende gedaan kunnen worden (voorbeeld
           voor wcd op Unix):

               wcd -xf ~/.ban.wcd -s

           Jokertekens worden ondersteund. Om bijvoorbeeld al uw Subversion mappen met administratieve bestanden
           uit te sluiten, voeg een regel toe met "*/.svn".

           Optie -xf moet vooraf gaan aan elke scan optie (-s, -S, +S, -A, -E).

       -y, --assume-yes
           Op alle vragen Ja als antwoord aannemen.

           Wcd zal de gebruiker geen ja/nee vraag stellen, maar neemt aan dat de gebruiker ja antwoordt op  alle
           vragen. Dit kan gebruikt worden in combinatie met optie -rmtree. Deze optie moet voorafgaand gebruikt
           worden aan opties die tot ja/nee vragen kunnen leiden.

       -z GETAL
           Stel maximum stapelgrootte in op GETAL.

           De  standaard  grootte van de stapel is 10. Stapelwerking kan uitgezet worden door de grootte op 0 in
           te stellen. Deze optie moet voorafgaand aan elke stapel optie (-, +, =) gebruikt worden. Anders wordt
           de stapelgrootte teruggezet naar de standaard 10.

           Een correcte opdracht is:

               wcd -z 50 -

           De nieuwe stapelgrootte zal 50 zijn, wcd gaat een map terug. Een foute opdracht is:

               wcd - -z 50

           Wcd gaat een map terug, de stapel krijgt de standaard grootte 10. -z 50 wordt genegeerd.

           Voeg deze optie als eerste toe aan uw wcd alias of functie. B.v. voor een POSIX compatibele shell zou
           dit zijn:

               wcd ()
               {
                   wcd.exe -z 50 "$@"
                   . ${WCDHOME:-${HOME}}/bin/wcd.go
               }

       -[GETAL]
           Map GETAL keer op stapel zetten. Standaard is een.

           Ga een map terug. Opdracht "wcd -" gaat een map terug. Voeg een nummer toe om meer  mappen  terug  te
           gaan. B.v. opdracht "wcd -3". De stapel is cyclisch.

       +[GETAL]
           Map GETAL keer van stapel halen. Standaard is een.

           Ga  een  map  vooruit.  Opdracht "wcd +" gaat een map vooruit. Voeg een nummer toe om meerdere mappen
           vooruit te gaan. B.v. opdracht "wcd +2". De stapel is cyclisch.

       =   Stapel tonen.

           Gebruik deze optie als u niet meer weet waar u in de stapel zit. De stapel wordt getoond en u kan een
           nummer kiezen. De huidige plaats in de stapel is gemarkeerd met een sterretje "*".

INSTALLATIE

       De huidige werkmap in een Unix shell kan alleen veranderd  worden  door  de  ingebouwde  cd(1)  opdracht.
       Daarom  wordt  het  programma altijd aangeroepen door een functie of alias. De functie of alias leest een
       script (go-script) in dat gegenereerd is door het wcd programma. Wcd kan alleen werken nadat  de  functie
       of alias gedefinieerd is.

       Een  andere  belangrijke  invloed  op  uw  installatie is de definitie van de omgevingsvariabelen HOME en
       WCDHOME. Zie paragraaf OMGEVINGSVARIABELEN.

   Installatie voor POSIX type shells
       Voor een POSIX shell (ksh, bash, zsh, etc) op Unix, Linux, Cygwin, of MSYS, voeg de volgende functie  toe
       aan het shell opstartbestand (b.v. Bash gebruikt "$HOME/.bashrc"):

           wcd ()
           {
               PAD/wcd.exe "$@"
               . ${WCDHOME:-${HOME}}/bin/wcd.go
           }

       Vervang  PAD  door  de  locatie  waar  het  uitvoerbare  wcd  bestand  geïnstalleerd  is.  Laad  de shell
       initialisatiebestanden opnieuw of start een nieuwe shell.

       De locatie van het go-script "wcd.go" is anders per shell.

       Wcd voor DJGPP DOS bash heeft een andere functie nodig. Het go-script wordt niet in map "bin" geschreven,
       en wanneer WCDHOME en HOME beide niet gedefinieerd zijn wordt het go-script geschreven in c:/.

       DOS bash:

           wcd ()
           {
               PAD/wcdbash.exe "$@"
               . ${WCDHOME:-${HOME:-"c:"}}/wcd.go
           }

       OS/2 bash:

           wcd ()
           {
               PAD/wcdos2bash.exe "$@"
               . ${WCDHOME:-${HOME:-"c:"}}/wcd.go
           }

       De WinZsh versie van wcd is ook een beetje anders. Het go-script wordt nooit in c:/ geschreven.

           wcd ()
           {
               PAD/wcdwin32zsh.exe "$@"
               . ${WCDHOME:-${HOME}}/wcd.go
           }

       Zie paragraaf BESTANDEN voor meer informatie.

   Installatie voor C-achtige shells (csh, tcsh)
       Voeg de volgende alias toe aan het shell opstartbestand "$HOME/.cshrc" of "$HOME/.tcshrc":

           if ( ${?WCDHOME} ) then
               alias wcd "PAD/wcd.exe \!* ; source $WCDHOME/bin/wcd.go"
           else
               alias wcd "PAD/wcd.exe \!* ; source $HOME/bin/wcd.go"
           endif

       Vervang PAD  door  de  locatie  waar  het  uitvoerbare  wcd  bestand  geïnstalleerd  is.  Laad  de  shell
       initialisatiebestanden opnieuw of start een nieuwe shell.

   Windows Opdrachtprompt versie
       Pak het zip-bestand uit en voeg map "bin" toe aan omgevingsvariabele PATH.

       In  Windows  Opdrachtprompt  kan  een Windows programma niet de huidige werkmap veranderen, maar een .bat
       bestand kan dat wel. Het batch script "wcd.bat" draait het wcd  programma  dat  een  nieuw  batch  script
       "wcdgo.bat" genereert. Daarna start "wcd.bat" "wcdgo.bat" die feitelijk de map verandert.

   Windows VISTA en hoger
       In  een  Windows VISTA en hoger Opdrachtprompt kan men beperkte toegang hebben tot mappen. Om toegang tot
       meer  mappen  te  verkrijgen  heeft  men  beheerdersrechten  nodig.  U  kunt   een   Opdrachtprompt   met
       beheerdersrechten  verkrijgen door rechts te klikken op het Opdrachtprompt icoon en dan te selecteren Als
       Administrator uitvoeren.

   Windows PowerShell versie
       Voeg de volgende functie toe  aan  uw  PowerShell  gebruikersprofiel.  De  locatie  van  dit  profiel  is
       opgeslagen  in  de $profile variabele. Het is vereist dat omgevingsvariabele HOME of WCDHOME gedefinieerd
       is.

           function wcd
           {
               PAD\wcdwin32psh.exe $args
               & $env:HOME\wcdgo.ps1
           }

       Vervang PAD met de  locatie  waar  het  uitvoerbare  wcd  bestand  geïnstalleerd  is.  Start  een  nieuwe
       PowerShell.   Wcd   voor  PowerShell  ondersteund  alleen  de  bestandssysteem  'provider'.  Geen  andere
       'providers'.

   OS/2 Opdrachtprompt versie
       In een OS/2 Opdrachtprompt (cmd.exe) kan een OS/2 programma niet de huidige werkmap  veranderen.  Dat  is
       waarom  wcd  een  opdracht-script genereert "wcdgo.cmd" welke uitgevoerd moet worden in de huidige shell.
       Het script "wcd.cmd" voert eerst "wcdos2.exe" uit, die vervolgens het "wcdgo.cmd" script creëert.  Daarna
       voert "wcd.cmd" het "wcdgo.cmd" script uit.

LOKALISATIE

       LANG
           The  primaire  taal  wordt geselecteerd via de omgevingsvariabele LANG. De variabele LANG bestaat uit
           verschillende onderdelen. Het eerste deel is in kleine  letters  de  taalcode.  Het  tweede  deel  is
           optioneel  en  is  de landcode in hoofdletters, voorafgegaan door een liggend streepje. Er is ook een
           optioneel derde deel: de tekencodering, voorafgegaan door  een  punt.  Enkele  voorbeelden  voor  een
           POSIX-shell:

               export LANG=nl               Nederlands
               export LANG=nl_NL            Nederlands, Nederland
               export LANG=nl_BE            Nederlands, België
               export LANG=es_ES            Spaans, Spanje
               export LANG=es_MX            Spaans, Mexico
               export LANG=en_US.iso88591   Engels, VS, Latin-1 codering

            Voor een complete lijst van taal- en landcodes zie de gettext(1)
           handleiding:
           L<http://www.gnu.org/software/gettext/manual/gettext.html#Language-Codes> Op
           Unix-systemen kunt u de opdracht locale(1) gebruiken om specifieke
           taalregio-informatie te verkrijgen.

       LANGUAGE
           Met  de  omgevingsvariabele  LANGUAGE kunt u een prioriteitenlijst specificeren van talen, gescheiden
           door dubbele  punten.   Dos2unix  geeft  voorrang  aan  LANGUAGE  boven  LANG.   Bijvoorbeeld,  eerst
           Nederlands  en  dan  Duits:  "LANGUAGE=nl:de".  U moet eerst lokalisatie in werking stellen, door het
           instellen van LANG of LC_ALL op een waarde ongelijk aan "C", voordat  u  een  talen-prioriteitenlijst
           kunt    gebruiken    via    de    variabele   LANGUAGE.    Zie   ook   de   gettext(1)   handleiding:
           <http://www.gnu.org/software/gettext/manual/gettext.html#The-LANGUAGE-variable>

           Als u een taal kiest die niet beschikbaar is, worden de standaard Engelse berichten gebruikt.

       WCDLOCALEDIR
           Met de omgevingsvariabele WCDLOCALEDIR kan de LOCALEDIR die ingesteld werd tijdens compilatie  worden
           overstemd.   LOCALEDIR  wordt  gebruikt  om  de  taalbestanden  te vinden.  De GNU standaardwaarde is
           "/usr/local/share/locale".  Door "wcd -V" te typen zal wcd de gebruikte LOCALEDIR laten zien.

           Als u wcd geïnstalleerd heeft in een  andere  map  dan  de  standaard  map  kan  het  nodig  zijn  om
           omgevingsvariabele WCDLOCALEDIR te definiëren om te wijzen naar de locale map.

           Een voorbeeld voor Windows cmd:

               set WCDLOCALEDIR=c:/my_prefix/share/locale

           Een voorbeeld voor een POSIX shell:

               export WCDLOCALEDIR=$HOME/share/locale

       LC_COLLATE
           Wanneer er meerdere maptreffers zijn presenteert wcd een gesorteerde lijst. Het sorteren hangt af van
           de  lokalisatie  instellingen.  Wanneer  de  omgevingsvariabele  LANG ingesteld is worden de treffers
           gesorteerd als in een woordenboek of telefoonboek in  die  taal.  Bijvoorbeeld  punten  en  streepjes
           worden  genegeerd,  of  letters  e  met en zonder accent zijn gelijk, of sortering is ongevoelig voor
           hoofd en kleine letters.

           De sortering geeft prioriteit aan omgevingsvariabele LC_COLLATE  boven  LANG.  Wanneer  u  LC_COLLATE
           gelijk  maakt  aan  "C" of "POSIX", wordt sortering met lokalisatie uitgeschakeld. Bijvoorbeeld als u
           Nederlandse taal wilt, maar geen Nederlandse sortering, dan kunt u iets doen als:

               export LANG=nl_NL
               export LC_COLLATE=C

       LC_CTYPE
           Met betrekking to tekencodering geeft Wcd prioriteit aan variabele LC_CTYPE boven LANG.  Bijvoorbeeld
           om de tekencodering op UTF-8 te zetten kan de volgende omgevings-instelling gemaakt worden.

               export LC_CTYPE=en_US.UTF-8

       LC_ALL
           Alle  lokalisatie  omgevingsvariabelen  die  beginnen  met  LC worden overstemd de omgevingsvariabele
           LC_ALL wanneer die ingesteld is. Wcd geeft prioriteit aan LC_ALL boven LC_COLLATE en LC_CTYPE.

   WINDOWS CODETABELLEN
       Er zijn twee groepen van  codetabellen,  DOS  codetabellen  (OEM)  en  Windows  codetabellen  (ANSI).  De
       standaard  codering  voor  Windows,  wanneer  geconfigureerd met westerse regionale instellingen, is ANSI
       CP1252. Windows programma's, bijvoorbeeld kladblok, gebruiken deze standaard systeem ANSI  codetabel.  De
       Windows Opdrachtprompt gebruikt standaard een OEM codetabel (CP437 of CP850) voor compatibeliteit met DOS
       programma's.  Als u een DOS versie van Wcd in een Windows Opdrachtprompt gebruikt zal het werken, vanwege
       de  DOS  codetabel.  Maar  de  DOS  versie  van  wcd  ontbeert  ondersteuning  voor  lange  mapnamen   en
       netwerkschijven op Windows.

       De  Windows  versie  van  wcd  is  een  echt  Windows  programma en zal de Windows systeem ANSI codetabel
       gebruiken. Dus op een Westers regionale Windows zal het de  codetabel  CP1252  gebruiken  voor  directory
       namen  en berichten. Om een consistente uitvoer te verkrijgen, onafhankelijk van de ingestelde codetabel,
       vertalen alle Windows versies van  wcd  ANSI  uitvoer  naar  Unicode  uitvoer  in  de  Opdrachtprompt  en
       PowerShell.

       Het  Opdrachtprompt  rastertypefont ondersteunt alleen de originele OEM codetabel van Windows, dus u moet
       het Opdrachtprompt font veranderen naar Lucida Console om Unicode  (en  ANSI)  tekens  correct  te  laten
       verschijnen.

       Niet-Unicode  versies van Wcd voorafgaande aan versie 5.2.0 gebruiken gewone ANSI uitvoer. Voor deze oude
       versie moet de codetabel van de Opdrachtprompt gelijk gemaakt worden aan de systeem codetabel (naar 1252)
       om wcd voor Windows goed te  laten  werken  met  speciale  tekens  zoals  geaccentueerde  tekens  of  een
       euroteken.

       De  Windows  systeem  codetabel  kan veranderd worden via het Configuratiescherm Klok, taal en land/regio
       opties. De Windows Opdrachtprompt codetabel wordt veranderd met de "chcp" opdracht.

       Wanneer u "wcd -V" typet, wordt de actuele tekencodering getoond  die  door  wcd  gebruikt  wordt.   Type
       opdracht "chcp" op de actieve codetabel van de Opdrachtprompt te tonen.

   UNICODE
       Wcd  heeft  optioneel  ondersteuning voor Unicode. Om te zien of wcd gebouwd is met Unicode ondersteuning
       type "wcd -V". Als uw terminal  en  font  het  ondersteunen,  zou  u  een  euroteken  en  Chinese  tekens
       (betekenis: "Chinees") moeten zien.

       Wcd is zacht omgezet naar Unicode. In de kern behandelt wcd alle data als een stroom van bytes. Alleen de
       regels  die  op  het  scherm geprint worden, worden terstond omgezet naar Unicode brede tekens. Wcd hangt
       volledig   af   van   libc   functies   en   heeft   geen   UTF-8   specifieke    broncode.    Zie    ook
       <http://www.cl.cam.ac.uk/~mgk25/unicode.html>

       Wcd  heeft optioneel ondersteuning voor Unicode vergelijkingen met normalisatie. Om er achter te komen of
       Wcd normalisatie ondersteunt type "wcd -V". Wcd met Unicode normalisatie ondersteuning vergelijkt Unicode
       namen gebaseerd op compatibele gelijkwaardigheid. Zonder Unicode normalisatie worden  treffen  namen  een
       gelijke wanneer ze binair gelijk zijn. Zie ook <http://en.wikipedia.org/wiki/Unicode_normalization>

       UTF-8 op Unix/Linux

       Om  UTF-8 tekens te zien moet uw terminal ook UTF-8 ondersteunen. De xterm versie die meekomt met XFree86
       4.0 of hoger bevat UTF-8 ondersteuning. Om het te activeren, start xterm(1) in  een  UTF-8  taalregio  en
       gebruik een font met iso10646-1 codering, bijvoorbeeld met

           LC_CTYPE=en_GB.UTF-8 xterm -u8 -fn '-Misc-Fixed-Medium-R-SemiCondensed--13-120-75-75-C-60-ISO10646-1'

       Moderne uitgaves van GNU/Linux ondersteunen standaard UTF-8. Andere multi-byte tekencoderingen zouden ook
       moeten werken, maar dat is niet getest.

       Wcd  veronderstelt  dat  de  boomdata-bestanden gecodeerd zijn in de lokale tekencodering. Er worden geen
       Byte Order Marks geschreven in de boomdata-bestanden.

       UTF-16 op Windows

       Op Windows wordt Unicode in alle versies van PowerShell ondersteund,  en  in  Windows  Opdrachtprompt  op
       Windows  7 (of hoger). Unicode werkt ook in Take Command of TCC/LE gemaakt door JP Software, dat gebruikt
       kan worden op oudere Windows versies (XP/Vista).

       In Windows zijn  alle  mapnamen  op  schijf  gecodeerd  in  UTF-16  Unicode.  Voor  niet-Unicode  Windows
       programma's  worden  de  tekens vertaald naar de standaard ANSI codetabel. Voor tekens die geen onderdeel
       zijn van de regionale instelling is de vertaling niet mogelijk en  niet-Unicode  programma's  printen  in
       plaats daarvan een vraagteken of een verkeerd teken.

       Wcd met Unicode ondersteuning leest de UTF-16 gecodeerde mappennamen en zet ze intern om naar UTF-8. Alle
       boomdata-bestanden zijn gecodeerd in UTF-8 en niet compatibel met de niet-Unicode versie van Wcd. Wcd zal
       een go-script aanmaken gecodeerd in UTF-8.

       Alle  versies  van Windows PowerShell zijn in staat om in UTF-8 gecodeerde scripts te draaien, indien het
       script is voorzien van een UTF-8 BOM.

       Sinds Windows 7 is het mogelijk om in Windows Opdrachtprompt van map te veranderen met een  batch  script
       naar  een map met Unicode tekens in de naam. De mapnaam moet gecodeerd zijn in UTF-8, en het batch script
       moet geen BOM bevatten. De actieve codetabel van de Opdrachtprompt  moet  gezet  zijn  op  65001  (UTF-8)
       vooraf  aan  de  cd opdracht. Wcd voor Opdrachtprompt creëert zo'n go-script "wcdgo.bat". Eerst verandert
       het de codetabel naar 65001, verandert dan de map, en tenslotte wordt de codetabel terug  gezet  naar  de
       originele waarde.

       U  moet  het  font  instellen op True Type Lucida Console (niet raster type font) wanneer de letters niet
       correct verschijnen.

       De niet-Unicode Windows versie van Wcd kan Unicode boomdata-bestanden lezen sinds versie 5.2.0, indien er
       een Byte Order Mark (BOM) in het bestand zit (zie  <http://en.wikipedia.org/wiki/Byte_order_mark>),  maar
       kan  niet  veranderen  naar mappen met Unicode tekens in de naam die geen onderdeel zijn van de standaard
       systeem ANSI codetabel. De Unicode Windows versie van wcd  schrijft  een  BOM  in  het  UTF-8  gecodeerde
       boomdata-bestand sinds versie 5.2.0, wat ze ook leesbaar maakt voor kladblok.

       UTF-8 in Cygwin

       Cygwin  ondersteunt  Unicode sinds versie 1.7. De Cygwin laag zorgt er voor dat de Windows UTF-16 Unicode
       namen vertaald worden naar UTF-8. Dus programma's, zoals wcd, hoeven hier niet  bewust  van  te  zijn  en
       kunnen  werken  gebruikmakend van UTF-8 codering als op Unix/Linux. Stel de tekencodering in op UTF-8 met
       de LANG of LC_CTYPE omgevingsvariabele. Het kan nodig zijn dat u de  schijven  opnieuw  moet  scannen.  U
       dient  het  font in te stellen op True Type Lucida Console (niet raster type font) wanneer u de standaard
       Cygwin console gebruikt.

       De Cygwin versie gedraagt zich exact gelijk aan de Unix versie van wcd. Er wordt geen BOM  geschreven  in
       de  boomdata-bestanden,  en  er  wordt  aangenomen  dat  ze  gecodeerd  zijn  in  de  Cygwin  lokalisatie
       tekencodering.

BESTANDEN

       Wanneer omgevingsvariabele WCDHOME ingesteld is zal wcd  WCDHOME  gebruiken  in  plaats  van  HOME.  Alle
       "*.wcd"  bestanden  zijn  tekstbestanden.  Ze  kunnen  bewerkt  worden  met een tekstbewerker. De Windows
       Opdrachtprompt versie gedraagt zich als de DOS versie. De Cygwin versie van wcd gedraagt zich als de Unix
       versie.

       wcd.exe
           Het programma. In Unix shells wordt het programma altijd aangeroepen door een functie of alias, omdat
           de huidige werkmap alleen veranderd kan worden door de ingebouwde  cd  opdracht.  Zie  ook  paragraaf
           INSTALLATIE.

       standaard boomdata-bestand
           Dit  is  het  standaard boomdata-bestand waarin wcd zoekt naar treffers. Wanneer het niet leesbaar is
           zal wcd een nieuwe aanmaken.

               DOS: \treedata.wcd of %HOME%\treedata.wcd
               Unix: $HOME/.treedata.wcd

       extra boomdata-bestand
           Een optioneel extra boomdata-bestand. Wanneer het bestaat en leesbaar is zal wcd ook in  dit  bestand
           proberen treffers te vinden.

               DOS: \extra.wcd of HOME%\extra.wcd
               Unix: $HOME/.extra.wcd

        ban-bestand
           In  dit  optionele  bestand  plaatst  wcd  de  verbannen  paden.  Zie  optie  -b.  Jokertekens worden
           ondersteund.

               DOS: \ban.wcd of %HOME%\ban.wcd
               Unix: $HOME/.ban.wcd

       alias-bestand
           Optioneel bestand met wcd aliassen. Zie optie -I.

               DOS: \alias.wcd of %HOME%\alias.wcd
               Unix: $HOME/.alias.wcd

       stapel-bestand
           In dit bestand slaat wcd zijn stapel op. De schijfletter kan veranderd worden met de -d optie.

               DOS: c:\stack.wcd of %HOME%\stack.wcd
               Unix: $HOME/.stack.wcd

           De naam van het stapelbestand kan veranderd worden met omgevingsvariabele WCDSTACKFILE. Zie paragraaf
           OMGEVINGSVARIABELEN.

       go-script
           Dit is het shell-script dat wcd elke keer creëert. Het wordt ingelezen via een functie of een  alias.
           De  schijfletter  kan  gewijzigd  worden  met  de -d optie. Wegens voorgeschiedenis redenen wordt het
           standaard geplaatst in "$HOME/bin" op Unix systemen. De map van dit bestand kan gewijzigd worden  met
           de optie -G.

               DOS bash: c:/wcd.go of $HOME/wcd.go
               Windows Command Prompt: c:\wcdgo.bat of %HOME%\wcdgo.bat
               Windows PowerShell: $env:HOME\wcdgo.ps1
               WinZsh: $HOME/wcd.go
               Cygwin/MSYS: $HOME/bin/wcd.go
               OS/2 Opdrachtprompt: c:\wcdgo.cmd of %HOME%\wcdgo.cmd
               OS/2 bash: c:/wcd.go or $HOME/wcd.go
               Unix: $HOME/bin/wcd.go

       relatieve boomdata-bestand
           Tekstbestand met relatieve paden vanaf MAP. Zie opties +S, -n en +n.

               DOS: PAD\rtdata.wcd
               Unix: PAD/.rtdata.wcd

OMGEVINGSVARIABELEN

       HOME
           Wcd  gebruikt standaard omgevingsvariabele HOME om te bepalen waar z'n bestanden op te slaan. Zie ook
           paragraaf BESTANDEN. Dit kan overstemd worden met omgevingsvariabele WCDHOME.

           HOME bepaalt ook waar te beginnen met het scannen van de schijf wanneer optie -s gebruikt wordt.  Dit
           kan overstemd worden met omgevingsvariabele WCDSCAN.

           Voor  de  Unix,  Cygwin, Windows PowerShell, WinZsh en MSYS versie is het vereist dat HOME of WCDHOME
           ingesteld is. Voor de andere versies van wcd is het gebruik van deze variabelen optioneel.

           Wanneer HOME ingesteld is op  DOS/Windows,  zal  wcd  al  zijn  bestanden  (treedata.wcd,  extra.wcd,
           alias.wcd, ban.wcd, wcd.go) in map HOME plaatsen. Het gedrag van wcd is dan gelijk aan de Unix versie
           van  wcd.  Wcd  zal  de schijf standaard scannen vanaf HOME. Schijven worden niet automatisch gescant
           door er naar te veranderen. Dat moet wcd expliciet opgedragen worden. B.v.:

               wcd -S c: -A d: -A e:

           Vergelijken van mappen is nu globaal over alle gescande schijven.

       WCDHOME
           Omgevingsvariabele WCDHOME kan gebruikt worden om de locatie van wcds bestanden te wijzigen.  Wanneer
           zowel HOME als WCDHOME ingesteld zijn, zal WCDHOME gebruikt worden in plaats van HOME.

           In  wcd versies voorafgaand aan 5.1.5 veranderde WCDHOME ook de standaard scan-map. Dit is veranderd.
           Sinds versie 5.1.5 verandert WCDHOME niet de standaard scan-map. Zie optie -s. Gebruik  vanaf  versie
           5.1.5 omgevingsvariabele WCDSCAN om de standaard scan-map te overstemmen.

           Voorbeeld voor DOS, Windows, OS/2 Opdrachtprompt:

               set WCDHOME=C:\Users\erwin\wcd

           Een voorbeeld voor POSIX type shells:

               export WCDHOME="$HOME/.wcd"

           Een voorbeeld voor Csh type shells:

               setenv WCDHOME "$HOME/.wcd"

       WCDSCAN
           Gebruik  omgevingsvariabele  WCDSCAN  om  de standaard scan-map HOME te overstemmen. Gebruik een door
           dubbele punten gescheiden lijst (Unix) om meer dan een map te definiëren. Gebruik op DOS/Windows  een
           lijst gescheiden door puntkomma's.

           Voorbeelden voor DOS, Windows, OS/2 Opdrachtprompt:

               set WCDSCAN=C:\Users\erwin;D:\data

               set WCDSCAN=%HOMEDRIVE%%HOMEPATH%;\\projectdrive\projectX

           Een voorbeeld voor POSIX type shells:

               export WCDSCAN="$HOME:/projectdisk/projectX"

           Een voorbeeld voor Csh type shells:

               setenv WCDSCAN "$HOME:/projectdisk/projectX"

       WCDFILTER
           Specificeer  filters  met  omgevingsvariabele  WCDFILTER. Alle mappen die niet treffen met het filter
           worden genegeerd. Een lijst kan gespecificeerd worden met het shell pad scheidingsteken.  Gelijk  aan
           het   specificeren   van   de   PATH   variabele.  Hoofdlettergevoeligheid  wordt  bepaald  door  het
           besturingssysteem.

           Een voorbeeld voor DOS, Windows, OS/2 Opdrachtprompt:

               set WCDFILTER=projects;doc

           Een voorbeeld voor POSIX type shells:

               export WCDFILTER="projects:doc"

           Een voorbeeld voor Csh type shells:

               setenv WCDFILTER "projects:doc"

       WCDBAN
           De paden gespecificeerd met omgevingsvariabele WCDBAN worden verbannen door wcd. Zie  ook  optie  -b.
           Specificeer een lijst van paden met het shell PATH scheidingsteken.

       WCDEXCLUDE
           De paden gespecificeerd met omgevingsvariabele WCDEXCLUDE worden uitgesloten door wcd. Zie ook opties
           -x en -xf. Specificeer een lijst van paden met het shell PATH scheidingsteken.

           Een voorbeeld voor DOS, Windows, OS/2 Opdrachtprompt:

               set WCDEXCLUDE=*/windows;*/temp;*CVS

           Een voorbeeld voor POSIX type shells:

               export WCDEXCLUDE="/dev:/tmp:*CVS"

           Een voorbeeld voor Csh type shells:

               setenv WCDEXCLUDE "/dev:/tmp:*CVS"

       WCDUSERSHOME
           Stel  de  basis  in  de  de  thuismappen  van  de  gebruikers.  Op DOS/Windows is de standaard waarde
           "\\users". Op Unix/Cygwin is de standaard waarde "/home". Deze variabele wordt gebruikt om  boomdata-
           bestanden van andere gebruikers te scannen. Zie ook opties -u en +u.  In gedetailleerde uitvoer-modus
           zal wcd alle filters, verbanningen en uitsluitingen tonen. Zie ook optie -v.

       WCDSTACKFILE
           Wcd   geeft  prioriteit  aan  WCDSTACKFILE  boven  de  standaard  stapelbestandsnaam  (zie  paragraaf
           BESTANDEN). Met deze variabele kan elke shell (of terminal)  zijn  eigen  privé  stapel  voor  mappen
           hebben.

           Om  een  uniek  tijdgebaseerde  YYYYMMDD-HHMMSS  bestand  voor  elke  geopende  interactieve shell te
           gebruiken.

               export WCDSTACKFILE=$HOME/.wcd/stack.$(date +%Y%m%d-%H%M%S)

           Voor een stapel per xterm(1), gebruik de xterm omgevingsvariabele WINDOWID:

               export WCDSTACKFILE=$HOME/.wcd/stack.$WINDOWID

           Voor GNU screen(1), gebruik een stapel per scherm:

               export WCDSTACKFILE=$HOME/.wcd/stack.$WINDOW

       TERMINFO
           Wanneer omgevingsvariabele TERMINFO ingesteld is, controleert wcd met ncurses interface of er  lokale
           terminal  definities  zijn  voor  op  de  standaard  plek  te  kijken. Dit is nuttig wanneer terminal
           definities  niet  op  een  standaard  plaats  staan.   Veel   gebruikte   standaard   plaatsen   zijn
           "/usr/lib/terminfo" en "/usr/share/terminfo".

       PDC_RESTORE_SCREEN
           Wcd   met   PDCurses   interface  herkent  de  omgevingsvariabele  PDC_RESTORE_SCREEN.  Wanneer  deze
           omgevingsvariabele ingesteld is, zal PDCurses een kopie maken van de inhoud van  het  scherm  op  het
           moment  dat  wcd  gestart is.  Wanneer wcd afsluit zal het scherm hersteld worden. Een voorbeeld voor
           Windows Opdrachtprompt:

               set PDC_RESTORE_SCREEN=1

           Wcd laat maar een kleine buffer opslaan. Daardoor is het niet altijd mogelijk om alles te herstellen.
           Er kan wat rommel in de console geprint worden als wcd afsluit  wanneer  u  een  grote  bufferbreedte
           heeft ingesteld.

       SHELL
           Het  printen  van "#!$SHELL" op de de eerste regel van het go-script voor POSIX type shell of C shell
           is nodig voor 8 bit tekens. Sommige shells denken anders dat het go-script een binair bestand  is  en
           willen  het  niet  inlezen.  In  Cygwin  Bash  moet de variabele SHELL ingesteld zijn met de "export"
           opdracht, anders kan wcd de variabele niet lezen.

       BASH
           Wcd voor DOS  bash  gebruikt  $BASH  in  plaats  van  $SHELL,  omdat  $SHELL  verwijst  naar  de  DOS
           Opdrachtprompt.  Het  kan  nodig zijn dat men $BASH met een "export" opdracht moet definiëren, anders
           kan wcd de variabele niet lezen.

ZIE OOK

       sh(1), bash(1), csh(1), ksh(1), zsh(1), locale(1), ncurses(1),

AUTEURS

       Wcd is geschreven door Erwin Waterlander <waterlan@xs4all.nl>

       Project beginpagina <http://waterlan.home.xs4all.nl/>

       SourceForge: <http://sourceforge.net/projects/wcd/>

       De opmaak van de handleiding was verzorgd door Jari Aalto <jari.aalto@cante.net>.

       NCD was oorspronkelijk geschreven door Brad Kingsbury voor Peter Norton's  "Norton  Utilities"  omstreeks
       1987. Zie ook <http://www.softpanorama.org/OFM/norton_change_directory_clones.shtml>

wcd                                                2019-08-14                                             wcd(1)