Provided by: manpages-nl_4.13-4_all bug

NAAM

       grep, egrep, fgrep, rgrep - toon regels die voldoen aan een patroon

SAMENVATTING

       grep [OPTIE...] PATRONEN [BESTAND...]
       grep [OPTIE...] -e PATRONEN ... [BESTAND...]
       grep [OPTIE...] -f PATROON_BESTAND ... [BESTAND...]

BESCHRIJVING

       grep  zoekt het  PATROON in elk  BESTAND.  PATROON zijn een of meer patronen gescheiden voor nieuwe regel
       tekens,  grep toont dan elke regel dit voldoet  aan  een  patroon.   Als  grep   in  een  shell  commando
       gebruikte wordt dan zal  PATROON tussen aanhalingstekens moeten staan.

       Een  BESTAND  of  `-`  betekent standaard invoer. Als geen BESTAND werd opgegeven, dan zullen de werk map
       recursief doorzocht worden, en niet recursieve zoekopdrachten lezen de standaard invoer.

       In aanvulling  hierop,   de  varianten  egrep,  fgrep  en  rgrep  zijn  identiek  aan  grep -E,  grep -F,
       respectievelijk grep -r. Deze varianten zijn afgekeurd,  maar worden behouden vanwege compatibiliteit.

OPTIES

   Algemene Programma Informatie
       --help Geef een kort help bericht en stop.

       -V, --version
              Toon versie nummer van grep en stop.

   Patroon syntaxis
       -E, --extended-regexp
              Interpreteer PATROON uit als een uitgebreide reguliere expressie (zie onder).

       -F, --fixed-strings
              Interpreteer PATROON  als vaste tekst, niet als reguliere expressies.

       -G, --basic-regexp
              Interpreteer PATROON  als een reguliere expressie (BRE´s, zie hieronder). Dit is de standaard.

       -P, --perl-regexp
              Interpreteer  PATRONEN  als  een  PERL-compatibele  reguliere  expressie  (PCRE´s).  Deze optie is
              experimenteel indien deze gecombineerd wordt met de met -z (--null-data) optie,  en  grep  -P  zou
              kunnen waarschuwen over niet geïmplementeerde features.

   Vergelijkings instellingen
       -e PATRONEN, --regexp=PATRONEN
              Gebruik  PATRONEN  als  patronen.  Als deze optie meerdere keren gebruikt of gecombineerd wordt de
              met -f (--file) optie, zoek dan alle gegeven patronen. Deze optie kan gebruikt worden  om patronen
              die beginnen met "-" te beschermen.

       -f BESTAND, --file=BESTAND
              Lees de patronen uit  BESTAND, een per  regel.    Als  deze  optie  meerdere  keren  gebruikt   of
              gecombineerd  wordt  de  met -e (--regexp) optie, zoek dan alle gegeven patronen. Een leeg bestand
              bevat geen patronen en vergelijkt daarom niets.

       -i, --ignore-case
              Negeer het verschil tussen hoofd- en kleine letters in patronen  en  de  invoer  bestanden,  zodat
              alleen tekens die hierdoor verschillen bij elkaar horen.

       --no-ignore-case
              Negeer  verschillen  in  hoofd-  en  kleine  letters  in  patronen  en invoer data niet. Dit is de
              standaard. Deze optie is nuttig voor doorgeven naar shell scripts die  al  -i  gebruiken,  om  het
              effect te onderdrukken want de twee opties overschrijven elkaar.

       -v, --invert-match
              Keer de manier van vergelijken om, om niet-passende regels te kiezen.

       -w, --word-regexp
              Selecteer  alleen  die regels die passen op hele woorden. Er wordt getest of de passende sub-tekst
              aan het begin van de regel zit, of voorafgegaan door een niet-woord teken.  Net zo, moet  het  aan
              het  einde  van  de  regel  zitten,  of gevolgd worden door een niet-woord karakter. Tekens die in
              woorden voorkomen zijn letters, cijfers en het liggende streepje. Deze optie heeft geen effect als
              ook -x werd opgegeven.

       -x, --line-regexp
              Selecteer alleen die overeenkomsten  die  precies  met  een  hele  regel  overeenkomen.  Voor  een
              reguliere expressie patroon, komt dit overeen met het tussen haakjes zetten van het patroon en het
              omgeven met  ^ en $.

       -y     Verouderd synoniem voor -i.

   Algemene uitvoer instellingen
       -c, --count
              Onderdruk normale uitvoer; druk in plaats daarvan een optelling van de passende regels af voor elk
              invoer bestand. Met de -v, --invert-match optie (zie onder), tel niet-overeenkomende regels.

       --color[=WANNEER], --colour[=WANNEER]
              Omgeeft  de  gevonden  (niet-lege)  teksten, passende regels, context regels, bestandsnamen, regel
              nummers, byte afstand, en de scheiders (voor velden en groepen van context regels) met  stuurcodes
              om  ze  in  kleur  op  de  terminal  te  tonen.  De  kleuren zijn bepaald in de omgevingsvariabele
              GREP_COLORS.   De  afgekeurde  omgevingsvariabele  GREP_COLOR  wordt  nog  ondersteund,  maar   de
              instelling heeft geen prioriteit.  WHEN is never, always, of auto.

       -L, --files-without-match
              Onderdruk  gewone  uitvoer; druk in plaats daarvan de naam van elk invoer bestand af, waar normaal
              geen uitvoer van zou zijn afgedrukt.

       -l, --files-with-matches
              Onderdruk gewone uitvoer; druk in plaats daarvan de naam van elk invoer bestand af,  waar  normaal
              geen uitvoer van zou zijn afgedrukt.

       -m AANTAL, --max-count=AANTAL
              Stop  met  het lezen van een bestand na NUM overeenkomende regels. Als de invoer gelezen wordt van
              standaard invoer van een normaal bestand, en NUM passende regels werden getoond, dan zal  grep  er
              voor  zorgen dat de standaard invoer wordt gezet precies na de laatste passende regel voor dat het
              stopt, ook al zijn er nakomende context regels. Dit zorgt ervoor dat het  aanroepende  proces  kan
              doorgaan  met  zoeken.  Als grep stopt na NUM passende regels, zal het nog volgende context regels
              tonen. Indien de -c of --count optie werd gebruikt, dan zal grep geen teller groter dan NUM tonen.
              Als ook de -v of --invert-match werd  gebruikt,  dan  zal  grep  stoppen  na  het  tonen  van  NUM
              niet-passende regels.

       -o, --only-matching
              Toon  alleen  gevonden (niet-lege) delen van de gevonden regel, met elk deel op een aparte uitvoer
              regel.

       -q, --quiet, --silent
              Stil; schrijf niets naar standaard uitvoer. Stop onmiddellijk  met een nul eind waarde wanneer een
              overeenkomst werd gevonden, zelfs als een fout was vastgesteld. Zie ook  de  -s  of  --no-messages
              optie.

       -s, --no-messages
              Onderdruk fout berichten over niet-bestaande of onleesbare bestanden.

   Uitvoer regel voorvoegsel instellingen
       -b, --byte-offset
              Toon  de  0-gebaseerde byte positie in het invoer bestand voor elke regel van de uitvoer.  Toon de
              positie van het gevonden deel zelf als -o (--only-matching)  is opgegeven.

       -H, --with-filename
              Toon de bestandsnaam voor elke overeenkomst. Dit is standaard wanneer  er  meer  dan  een  bestand
              doorzocht moet worden.

       -h, --no-filename
              Onderdruk  het voorvoegen van bestandsnamen in de uitvoer. Dit is standaard wanneer er precies een
              bestand (of alleen standaard invoer) doorzocht wordt.

       --label=LABEL
              Toon invoer komende van standaard invoer als invoer afkomstig van bestand  LABEL.  Dit  is  nuttig
              voor  commando´s  die  de bestand inhoud transformeren vóór het doorzoeken, b.v. gzip -cd foo.gz |
              grep --label=foo -H 'some pattern'.  Zie ook de -H optie.

       -n, --line-number
              Voeg vóór elke regel uitvoer het regelnummer toe in het invoer bestand.

       -T, --initial-tab
              Zorg ervoor dat het eerste teken van een regel inhoud op een tabstop ligt, waarmee  de  uitlijning
              van tabs normaal uit ziet. Dit is nuttig samen met de opties die hun uitvoer vooraf laten gaan met
              de  inhoud:  -H,-n,  and  -b.   Om de kans te vergroten dat de regels van een enkel bestand zullen
              starten in dezelfde kolom, zal het regelnummer en de byte positie (indien aanwezig) getoond worden
              in de minimale veld breedte.

       -Z, --null
              Voer een nul byte (het ASCII NUL karakter) uit, in plaats van het karakter dat gewoonlijk volgt op
              een bestandsnaam. Bijvoorbeeld, grep -lZ voert een nul byte uit na elke  bestandsnaam,  in  plaats
              van  de  gewone  nieuwe  regel. Deze optie maakt de uitvoer eenduidig, zelfs bij het voorkomen van
              bestandsnamen die ongewone karakters zoals nieuwe regels bevatten. Deze optie kan worden  gebruikt
              met  opdrachten  zoals find -print0, perl -0, sort -z en xargs -0 om willekeurige bestandsnamen te
              verwerken, zelfs als die nieuwe regel-tekens bevatten.

   Context Regel Instellingen
       -A AANTAL, --after-context=AANTAL
              Toon NUM regels van voorafgaande context na gevonden  regels.  Plaatst  een  regel  die  de  groep
              scheider   (--) bevat tussen opeenvolgende groep van vondsten. Met de -o of --only-matching optie,
              heeft dit geen effect en er zal een waarschuwing gegeven worden.

       -B AANTAL, --before-context=AANTAL
              Toon NUM regels van voorafgaande context na gevonden  regels.  Plaatst  een  regel  die  de  groep
              scheider   (--) bevat tussen opeenvolgende groep van vondsten. Met de -o of --only-matching optie,
              heeft dit geen effect en er zal een waarschuwing gegeven worden.

       -C AANTAL, -AANTAL, --context=AANTAL
              Toon NUM regels context. Plaatst een regel die de groep scheider (--) bevat  tussen  opeenvolgende
              groep  van  vondsten.  Met  de  -o  of  --only-matching optie, heeft dit geen effect en er zal een
              waarschuwing gegeven worden.

       --group-separator=SEP
              Als -A, -B of -C in gebruik zijn, druk dan SEP af in plaats van -- groepen van regels.

       --no-group-separator
              Als -A, -B of -C in gebruik zijn, druk dan geen scheidingsteken af tussen  groepen van regels.

   Bestand en Map Selectie
       -a, --text
              Verwerk een binair bestand alsof het tekst was;  dit  is  equivalent  aan  de  --binary-files=text
              optie.

       --binary-files=SOORT
              Als  de data of metadata van een bestand aangeeft dat het bestand binaire data bevat, neem dan aan
              de het bestand van type TYPE is.  Niet-tekst bytes geven binaire data aan; dit zijn ofwel uit voer
              bytes die niet goed gecodeerd zijn voor de huidige locale , of nul invoer bytes indien de -z optie
              niet opgegeven werd.

              Standaard zullen SOORT binair, en grep uitvoer onderdrukken na een het ontdekken van een nul in de
              binaire invoer, en ook uitvoer regels onderdrukken die ongeldige gecodeerde data bevatten.  Indien
              uitvoer  werd  onderdrukt,  dan zal grep zal de uitvoer voorzien van een bericht met de mededeling
              dat een binair bestand gevonden werd.

              Als SOORT without-match is, dan zal wanneer grep  nul invoer binaire data ontdekt het aanneemt dat
              de rest van het bestand niet overeenkomt; dit is gelijk aan de -I optie.

              Als SOORT text is, dan verwerkt grep een binair bestand alsof het tekst was; dit is gelijk aan  de
              -a optie.

              Wanneer  SOORT  binary is, dan kan grep niet-tekst bytes als regel einden  behandelen zelfs zonder
              de -z optie is. Dit betekent dat binary versus text kan beïnvloeden dat een patroon op een bestand
              past.  Bijvoorbeeld, wanneer SOORT gelijk is aan binary dan q$  kan  patroon  overeenkomen  met  q
              onmiddellijk  gevolgd  door  een  nul-byte,  zelfs als die niet past wanneer  SOORT gelijk is  aan
              text. Andersom, wanneer SOORT is binary dan komt . (period)  niet overeen met een nul byte.

              Waarschuwing: grep --binary-files=text kan binaire onzin genereren, wat vervelende bijeffecten kan
              hebben als de uitvoer naar een terminal gaat en als de terminal driver deze interpreteert als  een
              commando.  Aan  de  andere kant, als bestanden gelezen worden waarvan de codering onbekend is, dan
              kan het helpen om -a  op  te  geven  of  om  LC_ALL=C  in  de  omgeving  te  zetten,  om  zo  meer
              overeenkomsten te vinden zelfs als deze niet veilig zijn om meteen te tonen.

       -D ACTIE, --devices=ACTIE
              Als  het  invoer  bestand  een apparaat is, FIFO of socket, gebruik dan ACTIE om het te verwerken.
              Standaard, ACTIE is read, hetgeen betekent dat apparaten gelezen worden net als  dat  het  normale
              bestanden waren. Als ACTIE is skip dan worden apparaten overgeslagen.

       -d ACTIE, --directories=ACTIE
              Als  een  invoer bestand een map is, gebruik ACTIE om het te verwerken. Normaal is ACTIE read, wat
              betekend dat mappen gelezen worden alsof het gewone bestanden waren. Als  ACTIE  skip  is,  worden
              mappen  in  stilte  overgeslagen.  Als  ACTIE  recurse is, leest grep alle bestanden in  elke map,
              recursief, alleen symbolische koppelingen volgend als die op de commando  regel  stonden.  Dit  is
              gelijk aan de -r optie.

       --exclude=BESTANDSPATROON
              Sla  elke  commando-regel bestand over met een achtervoegsel dat past op het patroon GLOB, gebruik
              makend van jokerteken; een naam achtervoegsel is of de volledige naam  of  een  volgend  deel  dat
              begint  met een niet-slash teken onmiddellijk na de slash (/) in de naam. Als er recursief gezocht
              wordt, sla dan elke bestand over waarvan de basis naam past op GLOB; de basis naam is het deel  na
              de laatste slash. Een patroon mag *, ?, en [...] als jokertekens, en \ gebruiken om een jokerteken
              of backslash teken letterlijk te citeren.

       --exclude-from=BESTAND
              Sla  bestanden  over  waarvan  de basis naam past op een van de algemene bestandsnamen gelezen van
              BESTAND (gebruik jokerteken passend zoals beschreven onder --exclude).

       --exclude-dir=BESTANDSPATROON
              Sla elke commando-regel map over met een achtervoegsel dat  past  op  het  patroon  GLOB.  Als  er
              recursief  gezocht wordt, sla een map over waarvan de basis naam past op GLOB.  Negeer overtollige
              slashes achter in GLOB.

       -I     Verwerk een binair bestand als of het geen  passende  gegevens  bevatte;  dit  is  gelijk  aan  de
              --binary-files=without-match optie.

       --include=BESTANDSPATROON
              Zoek  alleen bestanden waarvan de basis naam past op GLOB (gebruik van jokerteken zoals beschreven
              in --exclude). Als daarentegen de --include en de --exclude opties werden opgegeven, dan wordt een
              bestand mee genomen tenzij de eerste van die opties --include is.

       -r, --recursive
              Lees alle bestanden in elke map, recursief, volg symbolische  koppelingen  alleen  als  ze  op  de
              commando  regel  stonden.   Merk  op dat als geen bestand werd gegeven, grep alleen in de werk map
              zoekt. Dit is equivalent aan de -drecurse optie.

       -R, --dereference-recursive
              Lees alle bestanden in elke map, recursief. Volg alle symbolische koppelingen, in tegenstelling to
              -r.

   Andere Opties
       --line-buffered
              Gebruik regel buffering bij uitvoer. Dit kan een prestaties kosten.

       -U, --binary
              Behandel de bestand(en) als binair. Standaard, onder MS-DOS en MS-win, gokt grep  of  een  bestand
              een  tekst  of  binair bestand is zoals beschreven voor de --binary-files optie . Als grep besluit
              dat het bestand een tekst bestand is haalt het de CR karakters uit de  originele  bestand  inhoudt
              (om reguliere expressies met ^ en $ goed te laten werken). Opgeven van -U overstemd dit gokken, en
              veroorzaakt    dat    alle    bestanden   gelezen   worden   en   doorgegeven   worden   aan   het
              "passen-op"-mechanisme. Hoe dan ook, als een bestand een tekst bestand met  CR/LF  paren  aan  het
              einde van elke regel is, zal dat ervoor zorgen dat sommige reguliere expressies zullen falen. Deze
              optie heeft geen zin op andere platformen anders dan MS-DOS en MS-Windows.

       -z, --null-data
              Behandel  invoer  en  uitvoer data als opeenvolgende regels, elke afgesloten met een nul-byte (het
              ASCII NUL teken) in plaats van een nieuwe regel. Net als de -Z of --null  optie,  kan  deze  optie
              gebruikt worden met commando´s zoals sort -z om  willekeurige bestandsnamen te verwerken.

REGULIERE EXPRESSIES

       Een  reguliere  expressie  is  een  patroon  dat een verzameling teksten beschrijft. Reguliere expressies
       worden op dezelfde manier gebouwd  als  rekenkundige  expressies:  door  met  gebruik  van  verschillende
       operatoren kleinere delen samen te binden.

       grep  begrijpt  drie  verschillende  versies van reguliere-expressies syntaxis: “basic” (BRE), “extended”
       (ERE)  en “perl” (PCRE). In GNU grep is er geen verschil in bruikbaarheid  tussen  de  drie  versies.  In
       andere  implementaties  zijn de basis reguliere expressies minder krachtig. De volgende beschrijving gaat
       op voor uitgebreide reguliere expressies; verschillen met de basis reguliere expressies worden  naderhand
       samengevat.   Perl-compatibele   reguliere   expressies   geven   additionele  functionaliteit,  en  zijn
       gedocumenteerd in B<pcresyntax>(3) en B<pcrepattern>(3), maar werken alleen als  PCRE beschikbaar  is  in
       het systeem

       De  fundamentele  bouwstenen  zijn  de  reguliere expressies, die passen op een enkel karakter. De meeste
       tekens, ook alle letters en cijfers, zijn reguliere expressies die op zichzelf passen. Elk meta-teken met
       een speciale betekenis kan geciteerd worden door het vooraf te laten gaan door een backslash.

       De punt . past elk enkelvoudig karakter. Het is niet gespecificeerd of het past op een codering fout.

   Teken klassen en Expressies met Haakjes
       Een haakjes expressie is een lijst van tekens omsloten door [ en ]. Het past elk  enkelvoudig  teken  van
       die  lijst.  Als het eerste karakter van de lijst het dakje ^ is, dan past het elk enkelvoudig teken niet
       in die lijst. Het is niet gespecificeerd of het past op een codering  fout.  Bijvoorbeeld,  de  reguliere
       expressie [0123456789] past elk enkelvoudig cijfer.

       In  een haakjes expressie, bestaat een  bereik expressie uit twee tekens gescheiden door een koppelteken.
       Dit vind elk enkel  teken  dat  past   tussen  twee  de  twee  tekens,  inclusief,  het  gebruik  van  de
       taaldefinitie verzameling volgorde en teken set. Bij voorbeeld, in de standaard C taaldefinitie, [a-d] is
       equivalent  aan  [abcd].   Veel locales sorteren tekens in woord volgorde, en in deze is [a-d] gewoonlijk
       niet equivalent [abcd];  het  kan  equivalent  zijn  aan  [aBbCcDd],  bij  voorbeeld.   Om  de  klassieke
       interpretatie  van  haakjes  expressie  te  verkrijgen, kun je best de C taaldefinitie instellen door het
       zetten van de LC_ALL omgevingsvariabele op de waarde C.

       Tenslotte, bepaalde benoemde klassen van tekens zijn voorgedefinieerd. Hun namen spreken  voor  zichzelf,
       en  het  zijn  [:alnum:],  [:alpha:],  [:cntrl:],  [:digit:], [:graph:], [:lower:], [:print:], [:punct:],
       [:space:], [:upper:] en [:xdigit:]. Bijvoorbeeld [[:alnum:]] betekend [0-9A-Za-z], behalve dat de laatste
       vorm afhankelijk is van de POSIX taaldefinitie en de ASCII tekenset, terwijl de eerste  onafhankelijk  is
       van  taaldefinitie en tekenset. (Merk op dat de rechte haakjes in deze klasse namen onderdeel zijn van de
       symbolische namen, en ook gegeven moeten worden bij de ook al rechte haakjes die de  rechte-haakjes-lijst
       omsluiten.) De meeste meta-tekens verliezen hun speciale betekenis binnen een lijst. Om een letterlijke ]
       op  te geven, plaats het als eerste in de lijst. Hetzelfde idee voor een letterlijke ^, plaats het overal
       behalve als eerste. Tenslotte, om een letterlijke - bij te voegen, plaats het als laatste.

   Verankering
       Het dakje ^ en het dollar teken $ zijn meta-tekens die op respectievelijk de lege string aan  het  begin,
       en aan het einde van een regel passen.

   Het backslash teken en Speciale Expressies
       De  symbolen \< en \> passen respectievelijk de lege tekst aan het begin, en aan het einde van een woord.
       Het symbool \b past de lege string aan de rand van een woord, en \B past de lege string als het  niet  de
       rand  van  een  woord  is.  Het  symbool  \w is een synoniem voor [_[:alnum:]] en \W is een synoniem voor
       [^_[:alnum:]].

   Herhaling
       Een reguliere expressie mag gevolgd worden door een of meerdere herhaal operatoren:
       ?      Het voorgaande item is optioneel en paste ten hoogste één keer.
       *      Het voorgaande item zal nul of meer keer gepast worden.
       +      Het voorgaande item zal één  of meer keer gepast worden.
       {n}    Het voorgaande item zal precies n keer gepast worden.
       {n,}   Het voorgaande item zal n of meer keer gepast worden.
       {,m}   Het voorafgaande item past op zijn meest m keer. Dit is een GNU uitbreiding.
       {n,m}  Het voorgaande item zal minstens n keer, maar niet meer dan m keer gepast worden.

   Concatenatie
       Twee reguliere expressies kunnen worden geconcateneerd; de reguliere expressie die dat oplevert past  elk
       tekst  die bestaat uit de twee samen gevoegde  sub-teksten die op de twee respectievelijke sub-expressies
       passen.

   Afwisseling
       Twee reguliere expressies kunnen samengevoegd worden door de invoeg operator |;  de  reguliere  expressie
       die dat oplevert past elke string die of de ene, of de andere sub-expressie past.

   Voorrang
       Herhaling  heeft voorrang boven achter elkaar aanzetten, wat weer voorrang heeft boven wisselen. Een hele
       sub-expressie kan omgeven worden door haakjes om deze voorrangsregels te omzeilen.

   Terugverwijzingen en Sub-expressies
       De terugverwijzing \n, waar n een enkel cijfer is, past de sub-tekst daarvóór  gepast  door  de  nde  met
       haakjes omsloten sub-tekst in de reguliere expressie.

   Basis versus uitgebreide Reguliere Expressies
       In  basis  reguliere  expressies  verliezen  de meta-tekens ?, +, {, |, ( en ) hun speciale betekenis; in
       plaats daarvan gebruik de versies met backslash \?, \+, \{, \|, \( en \).

EIND WAARDE

       Normaal is de eind waarde 0 als er overeenkomsten werden gevonden, en 1 als  geen  overeenkomsten  werden
       gevonden  en  2  als  er een fout optrad.  Hoewel, als  of -q of --quiet of --silent werd gebruikt en een
       regel werd gevonden, dan is de eind waarde 0 zelfs als er een fout optrad.

OMGEVING

       Het gedrag van grep wordt beïnvloed door de volgende omgevingsvariabelen

       De  taaldefinitie van de categorie LC_foo wordt  gespecificeerd  door  drie  omgevingsvariabelen  LC_ALL,
       LC_foo,  LANG  in  die  volgorde  te  bekijken.  De  eerste  van  deze variabelen die is gezet bepaald de
       taaldefinitie. Bij voorbeeld, als LC_ALL niet is gezet, maar LC_MESSAGES is gezet op pt_BR, dan wordt  de
       Braziliaans-Portugese  taaldefinitie  gebruikt  voor  de  LC_MESSAGES categorie. De C taaldefinitie wordt
       gebruikt als geen enkele taaldefinitie is gezet, als de taal catalogus niet werd geïnstalleerd,  of  grep
       werd  niet gebouwd met nationale taal ondersteuning (NLS). Het shell commando locale -a toont beschikbare
       taaldefinities.

       GREP_COLOR
              Deze variabele bepaald de kleur die gebruikt wordt om gevonden (niet lege)  tekst te  accentueren.
              Hij  is afgekeurd ten gunste van GREP_COLORS, maar wordt nog ondersteund.  De mt, ms, en mc vormen
              van GREP_COLORS hebben hogere  prioriteit. Hij kan alleen de kleur die gebruikt wordt om  gevonden
              niet-lege  tekst te accentueren in een gevonden regel (een gevonden regel als de -v commando-regel
              optie werd weggelaten, of een context regel als  -v  werd  opgegeven),   De  standaard  is  01;31,
              hetgeen een rode voorgrond tekst op de standaard achtergrond van de terminal inhoud.

       GREP_COLORS
              Specificeert  kleuren en andere attributen die gebruikt kunnen worden om de diverse onderdelen van
              de uitvoer te accentueren. Zijn  waarde  is  een  komma-gescheiden  lijst  van  mogelijkheden  met
              ms=01;31:mc=01;31:sl=:cx=:fn=35:ln=32:bn=32:se=36  als  standaard  waarde  en de rv en ne logische
              mogelijkheden zijn weggelaten (m.a.w. onwaar). Ondersteunde mogelijkheden zijn de volgende.

              sl=    SGR sub-tekst voor  compleet  geselecteerde  regels  (m.a.w.  passende  regels  als  de  -v
                     commando-regel  optie  werd weggelaten, of niet-passende regels als -v werd opgegeven). Als
                     zowel de logische rv optie en de  -v  commando-regel  opgegeven  werden,  dan  is  dit  van
                     toepassing  op  passende  contex regels. De standaard is leeg (m.a.w. het standaard kleuren
                     paar van de terminal).

              cx=    SGR sub-tekst for hele context regels (m.a.w. niet-passende regels als de -v commando-regel
                     optie is weggelaten, or passend regels als -v werd opgegeven. Als echter zowel de  logische
                     rv  als  de  -v  commando-regel optie werden opgegeven, dan is dit alleen van toepassing op
                     geselecteerde niet-passende regels. De standaard is leeg  (.m.a.w.  het  standaard  kleuren
                     paar van de terminal).

              rv     Logische  waarde  dat  de  betekenis  omdraait van de sl= and cx= capabilities indien de -v
                     command-regel optie werd gespecificeerd. De standaard is ONWAAR (m.a.w. the  capaciteit  is
                     weggelaten).

              mt=01;31
                     SGR   sub-tekst  voor  passende  niet-lege  tekst  in  ieder  passend  regel  (m.a.w.,  een
                     geselecteerde regel wanneer de -v commando-regel optie  werd  weggelaten,  of  een  context
                     regel   als  -v  werd opgegeven. Deze instelling is equivalent aan het instellen van ms= en
                     mc= in een keer op dezelfde waarde. De standaard is vette rode tekst in de voorgrond  tegen
                     de bestaande regel achtergrond.

              ms=01;31
                     SGR  sub-tekst  voor  passende  niet-lege  tekst  in  een  passende regel (dit wordt alleen
                     gebruikt als de -v commando-regel optie werd weggelaten.) Het effect van de sl= (of cx= als
                     rv) capaciteit blijft actief wanneer dit optreedt. De standaard is vette rode tekst  in  de
                     voorgrond tegen de bestaande regel achtergrond.

              mc=01;31
                     SGR sub-tekst voor passende niet-lege tekst in een context regel (dit wordt alleen gebruikt
                     als  de  -v  commando-regel  optie  werd  gegeven.)  Het  effect van de cx= (of sl= als rv)
                     capaciteit blijft actief wanneer dit optreedt. De standaard  is  vette  rode  tekst  in  de
                     voorgrond tegen de bestaande regel achtergrond.

              fn=35  SGR  sub-tekst  voor  bestandsnamen  die  vooraf gaan aan een regel inhoud. De standaard is
                     magenta tekst voorgrond  tegen de standaard terminal achtergrond.

              ln=32  SGR sub-tekst voor regel nummer die vooraf gaan aan  een  regel  inhoud.  De  standaard  is
                     groene tekst voorgrond  tegen de standaard terminal achtergrond.

              bn=32  SGR  sub-tekst  voor  byte  posities  die vooraf gaan aan een regel inhoud. De standaard is
                     groene tekst voorgrond  tegen de standaard terminal achtergrond.

              se=36  SGR sub-tekst voor scheiders die zijn  ingevoegd  tussen  geselecteerde  regel  velden  (:,
                     tussen  context  regel  velden,  (-,  en  tussen  groepen  van  aansluitende regels als een
                     niet-lege context werd opgegeven   (--).  De standaard is cyaan tekst voorgrond   tegen  de
                     standaard terminal achtergrond.

              ne     Logische  waarde  die  het  wissen tot regel einde voor komt door gebruik van Erase in Line
                     (EL) naar Rechts (\33[K)  elke keer een gekleurd item eindigt. Dit is  nodig  op  terminals
                     waar  EL  niet  ondersteund  wordt. Het is ook nuttig op terminals waar de back_color_erase
                     (bce)  logische terminfo capaciteit niet van toepassing is, wanneer de  gekozen  opvallende
                     kleuren  niet  van  invloed zijn op de achtergrond, of wanneer EL te langzaam is en flakker
                     veroorzaakt. De standaard is ONWAAR (m.a.w. de capaciteit wordt weggelaten).

              Merk op dat de logische capaciteiten geen =... deel hebben. Ze worden standaard weggelaten (m.a.w.
              ONWAAR) en worden WAAR indien opgegeven.

              Zie de Select Graphic Rendition (SGR) sectie in de documentatie van de tekst  terminal  die  wordt
              gebruikt om toegestane waarden en hun betekenis als tekst attributen.  Deze sub-tekst waarden zijn
              gehele  getallen  in decimale notatie en kunnen worden geconcateneerd met puntkomma´s.  grep zorgt
              voor het samenstellen van het resultaat in een complete  SGR  sequentie  (\33[...m).   Voorkomende
              waarden  voor  concatenatie   zijn o.m. 1 voor vet, 4 voor  onderstrepen, 5 voor knipperen, 7 voor
              omkeren, 39 voor standaard voorgrond kleur, 30 tot 37 voor  voorgrond  kleuren,  90  tot  97  voor
              16-kleurenmode  voorgrond  kleuren,  38;5;0  tot  38;5;255  for  88-kleuren  and 256-kleuren modes
              voorgrond kleuren, 49 voor default achtergrond kleur, 40 tot 47 voor achtergrond kleuren, 100  tot
              107  for  16-kleuren  mode  achtergrond  kleuren,  and  48;5;0  tot  48;5;255  voor  88-kleuren en
              256-kleuren modes achtergrond kleuren.

       LC_ALL, LC_COLLATE, LANG
              Deze variabelen specificeren de taaldefinitie voor  de  LC_COLLATE  categorie,  deze   bepaald  de
              verzameling volgorde die gebruikt wordt om bereik expressies te ontleden zoals [a-z].

       LC_ALL, LC_CTYPE, LANG
              Deze  variabelen  geven  de LC_CTYPE taaldefinitie op, die het soort karakters bepaalt, o.a. welke
              tekens witruimte zijn. De taaldefinitie wordt bepaald door de eerste van deze  variabelen  die  is
              gezet.  De POSIX taaldefinitie wordt gebruikt als geen van deze omgevingsvariabelen zijn gezet, of
              als de taaldefinitie verzameling niet is geïnstalleerd, of als  grep  niet  was  gecompileerd  met
              talen ondersteuning (NLS)

       LC_ALL, LC_MESSAGES, LANG
              Deze  variabelen specificeren de LC_MESSAGES categorie, die de taal bepaalt die grep gebruikt voor
              berichten. De standaard C taaldefinitie gebruikt Amerikaans Engelse berichten.

       POSIXLY_CORRECT
              Indien gezet gedraagt grep zich zoals POSIX; anders gedraagt  grep  zich  meer  zoals  andere  GNU
              programma's.  POSIX vereist dat de opties die volgen op bestandsnamen, behandeld moeten worden als
              bestandsnamen; standaard worden dergelijke opties verplaatst naar het begin van de operanden lijst
              en worden behandeld als opties. Ook eist POSIX dat de niet herkende opties als  "onwettig"  worden
              aangemerkt, maar omdat ze niet echt tegen de wet zijn worden ze normaal aangemerkt als "ongeldig".
              POSIXLY_CORRECT zet ook _N_GNU_nonoption_argv_flags_ uit, hieronder beschreven.

       _N_GNU_nonoption_argv_flags_
              (Hier is N grep's numerieke proces ID.) Als het ide teken van deze omgevingsvariabele waarde 1 is,
              beschouw  het  ide  operand  voor  grep niet als een optie, zelfs als het er een lijkt te zijn. De
              shell kan deze variabele in de omgeving  plaatsen  voor  elke  opdracht  die  het  start,  daarmee
              opgevend  welke  operanden het resultaat zijn van jokerteken expansie en daarom niet behandeld zou
              moeten worden als een optie. Dit gedrag is alleen beschikbaar met de GNU C bibliotheek, en  alleen
              wanneer POSIXLY_CORRECT niet gezet is.

OPMERKINGEN

       Deze handleiding wordt sporadisch onderhouden; de volledige documentatie is vaker beter bijgewerkt.

COPYRIGHT

       Copyright 1998-2000, 2002, 2005-2020 Free Software Foundation, Inc.

       Dit  is vrije software; zie de programmatekst voor de kopieervoorwaarden. Er is GEEN garantie; zelfs niet
       voor VERKOOPBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.

BUGS

   Bugs Rapporteren
       Email  bug  rapporten  naar   het   bug-rapportage   adres   ⟨bug-grep@gnu.org⟩.    Een   email   archief
       ⟨https://lists.gnu.org/mailman/listinfo/bug-grep⟩           en           een          bug          volger
       ⟨https://debbugs.gnu.org/cgi/pkgreport.cgi?package=grep⟩ zijn beschikbaar.

   Bekende Bugs
       Grote herhalingsaantallen voor de {n,m} bouwsteen kunnen zorgen dat grep  veel  geheugen  gebruikt.  Daar
       bovenop  kunnen  sommige  obscure reguliere expressies exponentieel meer tijd en ruimte vragen, en kunnen
       ervoor zorgen dat het geheugen voor grep opraakt.

       Terugverwijzingen zijn heel langzaam, en kunnen exponentieel meer tijd vragen.

VOORBEELD

       Het volgende voorbeeld toont locatie en inhoud van elke regel die "f" bevat en eindigt op  ".c",  in  elk
       bestand  in  de  huidige  werkmap waarvan de naam "g" bevat en eindigt in "*.h".  De -n optie toont regel
       nummers, het -- argument behandelt expansie van "*g*.h" beginnend met  "-"  als  bestandsnamen  niet  als
       opties, en het lege bestand /dev/null zorgt er voor dat bestandsnamen getoond worden zelfs als alleen een
       bestandsnaam van de vorm "*g*.h" is.

         $ grep -n -- 'f.*\.c$' *g*.h /dev/null
         argmatch.h:1:/* definitions and prototypes for argmatch.c

       De  enige  regel dit past is regel 1 van argmatch.h. Merk op dat de reguliere expressie syntaxis gebruikt
       in het patroon verschilt van de globbing syntaxis die de shell gebruikt om bestandsnamen te zoeken.

ZIE OOK

   Reguliere Handleidingen
       awk(1), cmp(1), diff(1), find(1), perl(1), sed(1), sort(1), xargs(1),  read(2),  pcre(3),  pcresyntax(3),
       pcrepattern(3), terminfo(5), glob(7), regex(7).

   Volledige documentatie
       Een  volledige handleiding ⟨https://www.gnu.org/software/grep/manual/⟩ is beschikbaar. Als de programma's
       info en grep correct op uw systeem zijn geïnstalleerd, dan geeft de opdracht

              info grep

       toegang tot de volledige handleiding.

VERTALING

       De Nederlandse vertaling van deze handleiding is geschreven door Jos  Boersema  <joshb@xs4all.nl>,  Mario
       Blättermann <mario.blaettermann@gmail.com> en Luc Castermans <luc.castermans@gmail.com>

       Deze   vertaling   is   vrije   documentatie;   lees   de   GNU   General   Public   License   Version  3
       ⟨https://www.gnu.org/licenses/gpl-3.0.html⟩  of  later  over  de  Copyright-voorwaarden.   Er   is   geen
       AANSPRAKELIJKHEID.

       Indien  U  fouten  in  de  vertaling  van deze handleiding zou vinden, stuur een e-mail naar debian-l10n-
       dutch@lists.debian.org ⟨⟩.

GNU grep 3.7                                       2019-12-29                                            GREP(1)